Halverwege en meer
Er zijn al bijna 3 weken voorbij sinds mijn laatste verhaal. Ik kreeg al wat lieve bezorgde berichtjes. Fijn dat jullie aan me denken en meeleven. Ik schrijf graag, maar ik moet er ook een goed moment voor vinden. Het kost tijd en met momenten geef ik graag de voorkeur om te genieten van mijn omgeving zonder telefonische activiteiten. In de afgelopen weken heb ik ontzettend genoten, maar heb ik ook momenten gehad waarin ik er even geen zin meer in had. Ik liep door prachtige gebieden, maar ook over saaie stukken asfalt. Ik bezocht mooie dorpjes en ontmoetten bijzondere mensen onderweg. Het was lichamelijk en metaal uitdagend, maar toch was er iedere daag weer Camino magie.
Loop je mee door mijn belevenissen van de afgelopen dagen....
We waren gebleven bij dag 63. Na dieke dikke hagelbui in Decazeville, weten jullie nog?
Ik liep vanuit hier naar Figeac. De route was afwisseld van boerenlandschappen in de ochtend, naar bosrijke stukken in de middag. Het was overduidelijk te zien dat ik steeds zuidelijker kom, vanwege het klimaat en de veranderende vegetative, maar ook omdat heel veel huizen hier een ingebouwd zwembad in de tuin hebben.
Tegen de middag kwam ik uit bij een groot meer, het water straalde rust en kalmte uit, de perfect plek voor een lunch pauze. Ik at de rijst met groente die ik de avond ervoor in de gite gemaakt had. Ook uit een zip-lock zakje smaakte het goed.
Na 30.3km lopen kwam ik aan bij de camping in Figeac. Een behoorlijke tocht, dus ik was blij dat ik er was. Helaas ontdekte ik daar dat de de receptie 1 km terug op de hoofdweg zat, dus dat wat nog eens 2km erbij. Door dit gewandel had ik behoorlijk trek gekregen, die zorgde ervoor dat ik besloot om toch het stadje in te gaan, wat op en neer nog eens 5km was. Het deed zeer aan m'n voeten en m'n vermoeidheid zat aan een max, maar het was de moeite waard. Ik leefde me uit bij een lokale fruitboer en kocht onder andere de lekkerste kersen. In het centrum leerde ik over Jean-François Champollion, hij was een Franse filoloog en oriëntalist geboren in Figeac. Hij is vooral bekend als de ontcijferaar van Egyptische hiërogliefen en een grondlegger op het gebied van egyptologie. Midden in het oude centrum tussen de middeleeuwse muren is de grond bedekt met een grote plaque zwart graniet, waarop een replica van de Rosetta stone gemaakt is. (De orginele steen heb ik bezichtigd in het Britisch museum in Londen.)
Opzoek naar avondeten vond ik een burgertentje dat een veganburger serveerde, die had ik wel verdiend, toch? Samen met een portie Cajun sweet potatoes. Lekker! Het glaasje wijn erbij zorgde voor lood in m'n benen, dus bij aankomst in mn tent duurde het niet heel lang voordat ik in coma lag.
Na een goede nachtrust werdt ik op dag 64 optijd wakker, at ik een lekker fruit ontbijtje en ging ik weer op pad, maar ik had er geen zin in vandaag. Mijn lijf was moe, de rugzak zwaar, ik MOEST weer lopen. Dit is de eerste keer dat ik dit gevoel van moeten had. Wellicht werdt het tijd voor een rustdag. Hoeveel dagen ben ik ook alweer aan het lopen? Ik weet het niet, sinds Le Puy-en-Velay, maar hoeveel dagen dat geleden is, geen idee.
Wellicht moet ik gewoon ook even wennen aan het warme weer. Het was erg benauwend door de hoge luchtvochtigheid en onweer, dit maakt het lopen ook een stuk vermoeiender.
Of zou het gewoon komen van die extra km's gisteren bovenop die 30 die ik al gedaan had.
Tijdens de ochtend kreeg ik vermaak van de dieren onderweg. Paarden met schattige veulentjes en weer een roofvogelshow. Er was een boer een groot veld met gras aan het maaien, hier vlogen wel een stuk of 15 roofvogels boven. Ik nam de tijd om hier even te blijven staan en van de show te genieten.
Kort na m'n lunch pauze liep ik langs een Cazelle. Dit is een rond stenen hutje waar vroeger de schapenherders in woonden. Bij deze was er een smal paadje langs dat ik nieuwsgierig inliep. Ik kwam uit op een prachtig groot veld omringd door bomen. Het was mogelijk om de Cazelle in te gaan. Er stond een tafel, stoeltjes en prullenbak. Goeie schuilplaats. De plek sprak me enorm aan, een heel mooi kampeerplekje. Ik kon op het gras zien dat er eerder tentjes gestaan hadden, ik zou dus niet de eerste zijn die hier overnacht.
Maar ja, ik had net lunchpauze gehad, het was nog erg vroeg om al te stoppen met lopen. Vermoeid als ik was besloot ik om in ieder geval even te rusten, dus ik ging me lekker in het gras liggen.
Je raad het vast al he, ik ben die dag nergens meer heen gelopen en heb daar m'n tentje op gezet. Een korte 15,8km, maar erg blij dat ik op dit mooie plekje voor stilstaan koos ipv lopen. Gelukkig had ik voldoende eten en drinken bij om het tot de volgende dag te redden.
Na een nacht in de natuur met de krekels ging ik op dag 65 met goeie energie en een iets minder vermoeid lichaam weer verder. Vandaag voelde het alsof ik door Australië loop. Strak blauwe lucht, warme temperatuur, rode aarde gemengd met stenen als wandelpad en cicades die uit volle borst zingen.
Is het niet bijzonder hoe ons brein altijd een link legt met iets dat we kennen uit ons verleden.
Zo denk ik onderweg heel vaak aan mijn moment als duikinstructice. Mijn rugzak bijvoorbeeld, als ik deze om doe, herrinert het me heel vaak aan het omdoen van mijn duikuitrusting. De vogels en insecten die onderweg voorbij vliegen/zoemen, doen me vaak denken aan de vissen die voorbij zwemmen. Soms zelfs de natuur en het landschap, transformeer ik naar bepaalde landschappen van duikplekken onderwater.
Al is het onderwater een compleet andere wereld dan erboven, ik geniet van de flashbacks die het leven op aarde me hieraan geeft.
Na19.1km kwam ik lekker optijd aan in Carjac. Een stadje aan rivier de Lot met een oude binnenstad. Aan de rivier op de camping plaatste ik mijn tent voor de nacht. Bij de supermarkt kocht ik lekkers om te eten en maakte ik in mijn kookpotje een gezonde maaltijd met rijst, linzen, verse courgette en paprika. Het koken in m'n mini potje is nog steeds een ontdekking, wat wel en niet handig is om te maken. Dit was zeer geslaagd.
Op de ochtend van dag 66 werdt ik door een vaste camping bewoner begroet. Hij had een kleine caravan die bomvol stond met van alles en nog wat. Hij had een aantal kilo verse abrikozen gekocht en wilde me een zak vol meegeven voor onderweg. Ontzettend aardig, maar een zak vol is me toch echt te zwaar. Dus ik kreeg een handvol mee, een stuk of 8. Verse abrikozen van het land uit deze regio, heerlijk.
Carjac ligt net als vele andere dorpen en stadjes in een dal, wat betekend dat het klimmen is zodra je de laatste huisjes achter je laat. Gelijk warm gelopen.
Het natuurgebied, Causses du Quercy Natural Regional Park, waar ik nu doorheen loop is prachtig, en er zijn sinds Conques een heel stuk minder pelgrims en bijna geen pelgrim-reclame borden meer, wat het weer heerlijk rustig maakt. Ik loop door dit gebied vanaf Béduer tot aan Cahors, zo'n 3 dagen waarvan vandaag de tweede was.
Vandaag was een dikke mijlpaal, ik heb 1500 km gelopen!
Dit betekend dat ik op de helft ben 💪😀👣
Ongelofelijk ver heb ik al gelopen en ook nog zover te gaan! Het is nu al een onvergetelijke tocht, maar ik ben nog steeds nieuwsgierig naar alle magie die nog komen gaat.
Na een prachtige tocht van 32.3km kwam ik aan in het plaatsje Bach. Hier hebben ze speciaal voor pelgrims een publieke plek gecreëerd me een toilet, een wasbak, een afdak met bankje en een mooi stuk grond om te kamperen. Meer heb je toch niet nodig als pelgrim.
In de avond was er een flinke regenbui die behoorlijk lang aan hield. Comfortable en droog in mijn tentje had ik er geen last van, totdat ik moest plassen. Uiteindelijk werdt de regen minder, maar het stukje lopen naar het toilet was door hoog en zeiknat gras. Dus mijn creatieve oplossing; op de knieën in de tent, deur open, bovenlichaam buiten de tent, uixi-plastuitje paraat, en zo kon ik m'n tent uit plassen.....mezelf afvragend of dit is hoe jullie mannen dit ook doen? Ik moest er zelf wel mee lachen, hopelijk jullie ook.
Mijn favoriete ontbijt deze week is baguette met banaan. En dan niet insta-waardig, maar gewoon de hele banaan tussen een stuk brood en dan lekker plat drukken. De pindakaas moet ik me erbij denken.
Op dag 67 liep ik in 29.8km naar Cahors. Een lange en erg warme dag met weinig beschutting. Door de warmte houd ik wat vaker kleine pauzes en drink ik lekker fris water bij de waterpunten onderweg, als afwisseling op het lauwe water in mijn camelbag/waterzak. In de namiddag kwam ik bordjes tegen met nog zoveel honderd meter tot een rustpunt. Ik had nog niet heel ver gelopen sinds mijn laatste rustplek, maar deze plek was zo ongelofelijk mooi dat het onmogelijk was om er voorbij te lopen. Alsof ik in een droom terecht was gekomen. Ik had al de hele ochtend niks anders gezien dan natuur en dan plots loop je door een grote open poort een landgoed op met een prachtig huis omringd door een geweldige tuin waar verschillende zitjes verspreid staan, een schommel aan een boom hangt, de eigenaar je hartelijk welkom heet en verteld dat ze huisgemaakte ijsthee hebben. Een plezierige verrassing op deze hete middag.
De rest van de tocht droomde ik over een glaasje wijn op een terrasje in Cahors.
Er was me verteld dat Cahors bekend is om zijn wijn, dan is het wel vanzelfsprekend dat ik deze wil proeven.
Zodra ik in Cahors aankwam werdt ik wakker uit mijn droom. Het was een drukke stad. Veel verkeer, veel mensen, veel geluiden en veel onplezierige geuren. Om mijn dagdroom te verwezenlijken zocht ik een terrasje. Ik nam plaats en werdt direct omringd door sigaretten lucht door gasten van tafeltjes om mij heen. Het verkeer van de straat naast het terras was ook niet relaxend en de drilboor van de bouwvakkers aan de andere straat was de druppel. Ik moest over op plan B.
Op naar de supermarkt om daar een flesje wijn te kopen om er op de camping in een natuurlijkere omgeving van te kunnen genieten.
Zodra ik een plekje op de camping gevonden had ging ik eerst even languit in het gras liggen. Ik was kapot!
Naast mij op de camping stond een stelletje waarvan zij Frans was en hij Duits. Ik had geen flessenopener, maar hun gelukkig wel. Gezellig dronken we samen een glaasje.
Als avondeten kocht ik een zak gemengde sla die ik mengde met een Aziatische salade die bestond uit geraspte wortel, witte kool, erwten, sesamzaadjes en een dressing. Stokbroodje met hummus erbij een een flesje lokale Malbec wijn uit Cahors. Niet echt een wijntje om uit een campingbeker te drinken, maar als je je avondeten uit een plastic slazakje eet, kan dat allemaal. En smaakt het ook nog eens prima.
De ochtend van dag 68 besloot ik rustig van start te gaan. Ik sliep uit tot half 9, mijn buren kwamen me een croissant aanbieden en gedag zeggen. Ontbijt op bed!
Na een korte ontmoeting met de Fransman Christoph die op zijn fiets naar Santiago gaat, liep ik halverwege de ochtend de camping af terug Cahors in.
De Saint-Etienne Kathedraal in Cahors is unique en van binnen aangekleed met prachtig gekleurde muurschilderingen. Deze kathedraal is zeer bekend omdat je er het stukje stof dat Jesus over zijn gezicht had toen ze hem van het kruis haalde kunt bezichtigen. Van oudsher komen pelgrims hier om voor dit stukje stof te mediteren.
Ik was in tweestrijd of dat ik door moest omdat het al "laat" was of dat ik nog even de tijd nam. Ondanks dat ik wat langer geslapen had, merkte ik dat ik nog steeds laag in energie zat. De laatste paar dagen met dit warme weer had ik veel kilometers gelopen. In mijn achterhoofd zat een lichte druk over dat ik bij een bepaalde datum in Spanje zou moeten aankomen. Onbewust loop ik mezelf dan te pushen en ik merkte dat dit niet prettig loopt. Ik besloot om nog even m'n tijd te nemen. Ik kocht een spinazie quiche voor de lunch en ging hiermee naar een koffie zaakje die Chai Latte verkocht en nam plaats op zijn terras in een leuk ouderwets straatje. Hij vond het prima als ik hier mijn lunch op at. Genietend van de rust hier, gaf het stadje Cahors me deze ochtend een fijnere vibe dan toen ik gisteren aankwam.
Na een prettig video-belletje met mam (danke mam😘) liep ik in de middag met nieuwe moed, zonder haast, Cahors uit.
Het was een behoorlijk klim om Cahors te verlaten, waarna de weg vervolgde door een mooi stukje natuur. Hier en daar zag ik wat wijngaarden. Leuk om te zien dat de wijnstokken inmiddels vol bladeren zaten, tegenover de bladloze stronken die ik in het Champagne gebied in Noord-Frankrijk veel zag. Ik liep deze middag een 13.1km.
Het mooie van het lopen met een tent is dat je niet vooraf hoeft te plannen waar je gaat eindigen die dag. Het mooie van Frankrijk is dat je vrij mag kamperen zolang je niet op privé grond zit. Wel belangrijk is om ervoor te zorgen dat ik voldoende water en eten bij me heb zodat ik op een plek kan stoppen die ik geschikt acht. Voor deze nacht was de plek net voor een klein dorpje genaamd Labastide-Marnhac. Hier vond ik vlak naast de route in het bos een open stukje. Het lastige van wildkamperen in je eentje, is dat ik alle beslissingen zelf moet maken en niet kan overleggen.
Bij het kiezen van een plek maak ik verschillende overwegen, zoals bijvoorbeeld; komen er auto's langs, lopen er veel mensen, hoever is het dichtstbijzijnde huis of dorpje. Is de grond vlak, hoe is de ondergrond, geen takken of doornen. Welke kant lig ik met m'n hoofd. Zet ik de tent onder een boom of juist niet, is de boom gezond of oud. Is er kans dat een tak op mijn tent valt of houd hij veel regen tegen mocht dat nodig zijn. Zijn er sporen van dieren te zien. Of hoever moet ik door nat gras bij ochtend dauw om terug op de route te komen.
Iedere keer dat ik mijn tent opzet leer ik meer en maak ik deze overwegingen en keuzes steeds makkelijker.
Na een goede nachtrust ontwaakte ik in de ochtend met een mooie zonsopkomst vanuit mijn tentje. Het eerste stuk van de route op dag 69 werdt gekenmerkt door prachtige en lekker ruikende bloemetjes langs het pad.
Precies rond lunchtijd kwam ik in een dorpje aan waar een pelgrimsrestaurantje was en ik een sandwich met kaas, sla en tomaat at.
Hier kwam ik Steve en Lucie, en Stephanie tegen, alle 3 Frans en midden twintig.
Er was regen op komst voor de middag, dus na mijn broodje maar snel verder.
Het duurde niet lang en het begon te druppen. Een stukje verderop was er een Cazelle naast het bospad, ik besloot erin te kruipen om te schuilen. Blij toe, want het viel er behoorlijk uit. Ik las een paar hoofdstukjes in het boek 'The Moneyless Man' en moest af en toe verplaatsen omdat het door het stenen dak begon te druppelen. Zo'n drie kwartier later besloot ik om te gaan, de regen was minder geworden en ik begon het koud te krijgen. Op naar Montcuq, hier kwam ik na 24.8km aan en inmiddels was de lucht opgeklaard en scheen het zonnetje weer.
Hier verbleef ik in Gite Le Soleillou, bij Jean-François en Marie-Noëlle. Voor 7 euro mocht ik mijn tent in de tuin zetten, gebruiken maken van de douche en de keuken, en mochten de "tent-mensen" mee aan tafel zitten met hun eigen eten. We kregen zelfs allemaal een glaasje lokale Malbec Rosé ingeschonken.
Christoph, Stephanie, Steve en Lucie kampeerden hier ook. Twee Canadeese meiden, een Franse vrouw en Herma, een Nederlandse vrouw verbleven in de gite.
Het echtpaar van de gite was ontzettend hartelijk en gastvrij en het werdt een hele leuke avond.
De ochtend van dag 70 vertrok ik samen met Herma. We deelde verhalen met elkaar en waren druk aan het kletsen onderweg toen we een vrouw voorbij wilde lopen die Nederlands tegen ons begon te praten. Zij woonde al een hele tijd in Frankrijk en was een ochtend wandeling met haar hond Truffel aan het maken. Ze vroeg ons haar te volgen zodat ze ons de 'telefoon van de wind' kon laten zien. In een bosrijke omgeving staat er opeens uit het niets een ouderwetse telefooncel. Binnenin staat een oude telefoon met een draaischijf om het nummer te draaien. Het snoer is niet aangesloten. Deze telefoon is symbolisch om te helpen met het verlies van dierbaren. Op een spirituele manier kun je hier contact maken met personen die niet meer op aarde zijn. Een heel mooi gebaar. Ik heb even met oma gebeld. 🤍
Is het dan toeval dat wij deze Nederlandse vrouw precies om het juiste moment tegen komen? Of bestaat toeval niet? Als zij er niet gelopen had, hadden wij de telefooncel niet gezien.
Door de regen van gisteren was het een modderige bende om door te lopen. Van die klei-achtige modder die zo aan je schoenen blijft plakken waardoor je 2 kilo extra mee sleept. Heel ellendig.
Gelukkig kwam in de middag de zon er weer door en kwam ik in het pittoreske dorpje Lauzerte. Hier was een Jardin du Pelérin (pelgrimstuin) waar ik een lange lunch pauze nam.
Het werdt een erg hitte middag, maar ik besloot toch om door te lopen. Via de kaart had ik 2 opties om te kamperen gezien, ik besloot om gewoon te gaan lopen en te stoppen bij die waar ik moe was. Ondanks de hitte liep het erg lekker, de omgeving was mooi en ik kwam niemand tegen, heerlijk rustig lopen. Onderweg stonden heel veel fruitbomen en na zo'n 5km lopen stond er een tafeltje met kersen, pakken wat je pakken kan en een donatie achter laten. Hier krijg ik dan echt een super energie boost van, van de heerlijke kersen natuurlijk, maar zeer zeker ook omdat dit echt een kadotje onderweg is.
Na 30km kwam ik aan in Durfort-Lacapelette, een klein dorpje met een zaakje dat open was. Het diende als restaurant, bar, winkeltje, bakker en pelgrim info punt. Ik werd vriendelijk verwezen naar de openbare kampeerplek voor pelgrims. Met een blikje drinken voor de dorst liep ik hier heen. Een veld, toilet en stroompunt, top. Lichte regen en onweer in de avond zorgde voor een rustige avond op het matje in m'n tent.
Toen ik uit m'n huisje/tent kwam de volgende ochtend bleken de andere 2 pelgrims die gisteren na mij aankwamen alweer vertrokken te zijn. Ook ik ging weer aan de wandel. Het weer was lekker en zonnig. Onderweg liep ik door boerenvelden met fruitbomen. Na een prima 17.2km kwam ik op dag 71 laat in de ochtend aan in Moissac. Een stad met zo'n 13000 inwoners aan het Garonne kanaal. Bij aankomst in het centrum bleek er een markt te zijn en gelukkig kon ik mijn rugzak achterlaten bij het pelgrimshuis. Op weg terug naar de markt kwam ik langs de kathedraal en hoorde ik er musicale klanken uit komen. Mijn nieuwsgierig was gewekt. Ik liep de kerk in, er was een grote zondagsmis aan de gang en het zat er vol met mensen in zondagse kleding. De klanken van het orgel en de zang van de paters waren prachtig om naar te luisteren. Ik heb geconcludeerd dat dit ook veel te maken heeft met het feit dat ik niet versta wat ze zingen waardoor ik er mijn eigen verhaal aan kan geven.
Op de markt boden ze een overvloed aan eten aan, heel gevaarlijk voor een hongerige pelgrim. Er stond een foodtruck waar ik een heerlijke champignon/spinazie wrap kocht voor m'n lunch. Verder kocht ik medjool dadels, verse hummus, suiker gedroogde ananas en gember, verse aardbeien en frambozen. Een feestje.
Voordat ik het kanaal overstak naar de camping zat ik gezellig te kletsen voor het pelgrimshuis met pelgrims die ik daar zojuist ontmoet had. 2 Franse meiden en een vrouw uit Denemarken.
De camping was weer een 1,5km lopen van het centrum, toch jammer dat deze altijd zo ver weg liggen, voor een wandelaar.
Camping Le Moulin de Bidounet was met 11.65 per nacht de duurste tot nu toe. Het was er druk met campers, caravans, tentjes, wandelaars en fietsers. Ik plaatste mijn tentje bij het water en hield een rustige avond, ik voelde me nog steeds vermoeid.
Die avond was er een zware storm. Harde onweer en bliksem ging recht over ons heen. Ik zorgde dat al mijn spullen ingepakt en droog in mn tent zaten.
De volgende ochtend bleek m'n tent het van binnen niet helemaal droog gehouden te hebben. Het was vanuit de grond door het tentzeil heen gekomen onder mijn mat, door de druk van mijn lichaam. Mijn spullen waren gelukkig wel allemaal droog.
Mijn opties waren nu, het zooitje nat inpakken en lopen, of nog een dagje blijven in de hoop de volgende ochtend een drogere tent te hebben. Gezien mijn vermoeidheid besloot ik voor optie 1 te gaan en werdt dag 72 in Moissac mijn 5e rustdag van deze tocht.
Blij met m'n keuze zette ik m'n tent onderste boven neer om te drogen en genoot ik van een rustige ochtend met m'n boek.
De middag ging ik het centrum in, bij de bakker kocht ik lunch die ik aan het water op at. Terug in het centrum kwam ik Herma tegen, we dronken een theetje op het terras. Bij de supermarkt haalde ik boodschappen en wandelde ik terug naar de camping. Hier bleken inmiddels een aantal oude bekende gearriveerd te zijn, pelgrims die een dag achter mij liepen, leuk om ze weer te zien.
In een grote partytent aten we die avond ons eten beschut van de avondbui. Gelukkig was deze een stuk milder dan die van gisteren. Als avondeten had ik veldsla met tomaat, avocado, geraspte wortel met mosterddressing en couscous, even roeren en klaar. De helft ervan inpakken voor morgen. Het was een leuke avond.
De volgende ochtend was mijn tent een stuk droger en mijn energie een stuk hoger. Na een heerlijk ontbijtje van Alpro kokosyoghurt (2e keer dat ik deze in de winkel zag) met blauwe bessen en banaan was ik er weer klaar voor. Christel en Geneviève waren nog aan het pakken, de rest was al voor mij vertrokken. Met mn rugzak weer om liep ik op dag 73 Moissac uit. Net na het stadje sloeg de orginele route rechtsaf de bergen in en was er een variant die rechtdoor over het asfalt langs het kanaal liep.
Mijn voorkeur ging naar de bergen ten opzichte van het asfalt, terwijl iedereen die voor me liep rechtdoor ging. Achter mij aan kwam een man die ook voor de bergen koos. Dit bleek Geert te zijn een Nederlander en pas later deze dag kwamen er achter dat we beide limburgs-plat spraken. Samen klauterden we ons een weg door de bergen heen, stukken waren ontzettend modderig en glibberig door de regen van afgelopen dagen, maar buiten dat was het heerlijk lopen. Mooie vergezichten, kleine dorpjes en geen ééwn andere wandelaar tegengekomen. Geert had al vaker camino's gelopen en het was leuk om verhalen met hem te delen.
Tegen het middaguur kwamen we aan in Malause, hier splitsten we ons, Geert nam een snelle hap en ging verder en ik nam een rustige lunch pauze om van mijn left-over salade van gisteren te smullen.
Op het moment dat ik weer verder wilde gaan kwam Geneviève aanlopen, ze had het kanaalpad gekozen wat korter was. De middag liepen we samen verder. Geneviève komt uit Marseille en is wat jonger dan ik. Ze is verpleegster en heeft door haar werk al veel gereisd. Leuke om elkaars verhalen te horen.
Onderweg kwamen we een boerenveld met aardbeien tegen, deze zagen er te lekker uit om niet te plukken. Stiekem geplukte aardbeien zijn toch echt wel het allerlekkerste!
Halverwege de middag kwamen na 22.4km we aan in Auvillar. Eigenlijk hadden we graag nog een stukje doorgelopen, maar we werden omringd door zwarte wolken die niet veel goeds beloofde. Op een open veldje aan de rivier in Auvillar hadden Christoph, Steve & Lucie, en Lysel hun tentje al opgezet.
Deze publieke plek had ik in m'n eentje niet durven kiezen, maar omdat we er met meer stonden was het een mooie kans om de dorpse variant van wild kamperen uit te proberen. Aan de andere kant van de weg was een toiletgebouw, mooi schoon en met drinkwater. Geneviève en ik zetten onze tentjes erbij en Jacqueline (uit Strasburg DE) besloot zich ook bij ons aan te sluiten. Met 6 tentjes hadden we zo een mini camping gecreëerd.
De dag was nog vroeg dus we liepen het mooie dorpje Auvillar in. Als eerste even een stempel halen voor de pelgrimspas en daarna aan het plein een plekje op het terras met een lekker glaasje rosé erbij. De pelgrimtafel groeide uit tot een man of 10, oude bekende en nieuwe gezichten.
Voordat de bui op ons neer kwam waren we weer terug bij de tent. Er werden ontzettend veel knallen de lucht in geschoten. Dit bleken een soort kanonnen met vuurwerk te zijn waarmee ze de wolken uit elkaar drijven zodat de storm minder heftig is, maar vooral om te zorgen dat de voorspelde hagel in regen veranderd. Dit doen ze om de fruitteelt in deze omgeving te beschermen.
De mens kan tegenwoordig dus ook al het weer beïnvloeden! Hier had ik nog nooit van gehoord, jullie wel?
Op dag 74 vertrok iedereen op eigen houtje.
Niemand wist precies hoever ze zouden lopen vandaag. Lectoure was 33.8km lopen en dit vonden we eigenlijk allemaal wat veel. Bijzonder genoeg bleken we die avond toch weer allemaal samen te komen in Lectoure en de dikke 33km gelopen te hebben. Hier was een groot veld bij een camperplaats, waar ook een douche en een toilet was.
Het laatste stuk voor Lectoure liep ik samen met Geneviève. We liepen langs uien velden en besloten dat de boer het vast niet heel vervelend vond als wij 2 bollen meenamen. Een stukje verderop kwamen we langs een groente/fruit stalletje waar we courgette, paprika, tomaat en aardbeien kochten. De aardbeien snoepte we onderweg en de rest combineerde we met couscous en linzen. En die verse uien smaakte er heerlijk bij.
De volgende ochtend was voor iedereen een slow-start, allemaal moe van de vorige dag. Voor mij was hier de afslag richting Lourdes, de rustige start vond ik daardoor wel fijn, want het werdt gedag zeggen tegen dit gezellige clubje. We zaten met z'n alle bij de bakker in het stadje te smullen van het lekkers dat deze had voor ontbijt. De crêpes met rum waren vooral erg lekker.
Na nog wat eten ingeslagen te hebben en bij het toeristen bureau informatie betreft de nieuwe route verkregen te hebben was het tijd om te vertrekken.
Precies op dat moment kwam Geneviève vragen of ze met me mee mocht richting Lourdes. Deze route vanaf hier naar Lourdes wordt niet druk bewandeld en de rust sprak haar erg aan. En zo liepen we vlak voor het middaguur samen Lectoure uit op dag 75.
De route was hier aangegeven met rood/gele markeringen en liep dwars door boeren landschappen. Sebastiaan, medepelgrim kwamen we onderweg tegen, hij wilde in een dag tot in Auch lopen, 52km. Verder kwamen we geen andere wandelaars tegen.
Tussen de boerenvelden vonden we een mooi stuk gras met uitzicht over de velden, een prima plek voor onze tentjes besloten we. 17.5km was dan ook voldoende voor vandaag.
Het begint erop te lijken dat lange dagen opgevolgd worden door korte, en dat korte dagen opgevolgd worden door lange. Dag 76 werdt een dag van 30.7km tot in Auch. Het komt zelden zo uit dat ik daadwerkelijk 25km op een dag loop. Al is mijn gemiddelde toch 24.7km per dag op moment.
Het eerste deel van de ochtend liepen Geneviève en ik apart, in een dropje troffen we elkaar weer en liepen we samen verder. Onderweg kwamen we heel veel artisjokplanten tegen, ik had ze nog nooit eerder zo gezien.
Het was weer een hete dag vandaag en in de middag gingen we opzoek naar water. In een klein dorpje vroegen we een jongeman die voorbij kwam in een auto waar we water konden krijgen. Het zei ons naar het einde van de straat te lopen waar hij woonde, hier werden we door Pierre en Christine heel gastvrij binnengelaten. Na onze ergste dorst gelest te hebben met water kregen we een glas wijn aangeboden en werdt er een boterham voor ons gesmeerd. Het werdt een verrassend leuk Camino moment. Op momenten als deze vind ik het erg jammer dat ik niet beter Frans spreek.
Met deze energie boost konden we er de middag weer tegen.
Het arriveren in Auch was een lichte shock, we liepen de stad in via een druk retailpark met mega veel verkeer. Even omschakelen na 2 rustige dagen tussen de boerenvelden.
Handig was dat we langs de decathlon kwamen.
We hadden voor deze nacht een kamer met twee eenpersoonbedden kunnen vinden in jeugdherberg Le Noctile. Het was voor mij al 2 weken geleden dat ik in een bed had geslapen. Dat was in de Abdij in Conques, de afgelopen 14 dagen heb ik iedere nacht kunnen kamperen. Ik vind het heerlijk om buiten te slapen, maar was deze nacht ook wel blij met een bed. We werden bij Le Noctile ontvangen door David, hij gaf ons een rondleiding en bracht ons naar de kamer. Er werdt die avond een bbq georganiseerd door de jongeren en wij werden uitgenodigd. Leuk!
Deze herberg biedt onderdak aan jongeren tussen de 18 en 30 jaar. Ze mogen er 2 x 6 maanden wonen en krijgen waar nodig hulp en steun bij hun ontwikkeling in de gemeenschap. Er woonden zo'n 14 verschillende nationaliteiten! David werkt er als begeleider en animator. Een zeer inspirerend persoon die zelf veel gereisd heeft en op verschillende plekken in Afrika heeft gewoond. De jongeren waren druk aan het koken en vooral Geneviève was erg blij met de bbq. Ik haalde nog snel even wat champignons en een courgette voor erop. Het was een onverwachte leuke avond!
Op dag 77 sliep ik een beetje uit, toch wel lekker zo'n bed. Na het ochtendritueel van eten, douchen en pakken liepen we de stad Auch in om verder te gaan met onze Camino. Maar ik had nog geen 15min gelopen en mijn rechtervoet begon behoorlijk te protesteren. Die peesplaat weer, alsof het een strak gespannen elastiekje was. Het voelde niet goed om door te lopen. Geneviève voelde zich erg moe, dus we besloten beide om een rustdag te nemen. Dit voelde een beetje als luxe voor me omdat ik pas 4 dagen gelopen had sinds mijn laatste rustdag. Had ik er wel al recht op? Wel ja, mijn lichaam vond duidelijk van wel, dus daar besloot ik naar te luisteren. En die tijdsdruk, daar was ik mee bezig om die los te laten. Ik leer een hoop hier op deze Camino, mochten jullie denken dat ik alleen maar vakantie loop te vieren ;)
We zochten het kerkelijk onderdak voor pelgrims op om daar onze rugzak achter te laten, om later vanmiddag terug te komen en hier te overnachten. We bezochten de Notre Dame, dit is een replica van die in Parijs. Het houtsnijwerk binnen in de kerk was ontzettend mooi.
Er was markt ook het plein. Bij de Thaise foodtruck haalde we een (vega) Pad Thai, deze aten we in een mooi park midden in de stad. Geneviève vroeg me om op een bepaalde plek te gaan zitten, kijk zei ze...de Pyreneeën! De eerste keer dat ik ze zag, heel erg mooi. En de Pad Thai was verrukkelijk.
In de middag vierde Auch de Gay-Parade, wel geteld 1 tractor in de optocht, maar toch tof dat een stad als deze dit organiseerd.
Deze avond weer in een bed. We deelden het verblijf met Claus uit Duitsland en Jacqueline was deze middag ook aangekomen in Auch. Geneviève maakte spaghetti klaar en met z'n drieën aten we deze op het balkon met een prachtig uitzicht over de stad en de kathedraal. We werden zelfs vermaakt met een lichtshow van bliksem, prachtige vorken schoten door de lucht, gevolgd door harde donder. Met de ramen open sliepen we allemaal heerlijk in een bedje.
Na een dagje rust voelde mijn voet een stuk beter aan en kon ik weer verder lopen. Proberen de komende dagen toch wat onder de 30km te blijven.
Op dag 79 kwam ik na 24.8km aan in een heel bijzonder dorpje. Bijzonder vanwege de naam. L'Isle de Noé. (Eilandje van Noé) Zoals de naam van mijn lieve nichtje.
We konden hier onze tentjes op zetten op het grasveld voor het Chateau en in de gite van de Britische Edna mochten we douchen en mee-eeten voor een kleine bijdrage. Het was leuk om Manchester engels te horen na zoveel Frans. We werden verwend met een heerlijk 4 gangen (vega voor mij) diner. Daarna gingen Jacqueline, Geneviève en ik terug naar onze huisjes. Als Aladdin sliepen we op de straat met uitzicht op het paleis. Prachtig.
Dag 79 was een variërende dag, er was regen en zonneschijn. Ik liep een stuk met Geneviève, een stuk alleen, een stuk met Jacqueline en weer een stuk alleen. Onderweg kwamen in de verte de Pyreneeën steeds dichterbij. In de namiddag hield ik een pauze met Jacqueline, dit had een beetje magie, omdat zij een hangmat bij zich heeft. Snel opgehangen tussen twee boompjes en ik lag heerlijk uit te rusten. Wat een genot.
Na 26.4km kwam ik aan in Monlezun. Geneviève was er al en Jacqueline kwam na mij aan. We hadden hier pelgrimsonderdak via de Mairie, het gemeentehuis. Een kamer met veldbedjes een tafel en een keukentje, een douche en toilet, maar het mooiste van alles was het uitzicht op de indrukwekkende Pyreneeën. Een milliondollar-view voor een donativo bedrag. Als avondeten had ik een zakje gekruide voorgekookte rijst met avocado en rode paprika, dit at ik buiten op het bankje, want met zo'n uitzicht kun je toch niet binnen zitten.
Van vroeger kan ik me herrineren dat ik altijd graag op het veldbedje op de camping sliep. Maar deze nacht was geen succes, bij de kleinste beweging die ik maakte kraakte het bedje aan alle kanten. Gelukkig hebben mijn medepelgrims beide oordopjes, maar zelf had ik niet de beste nacht.
De ochtend van dag 80 begon met een zware regenbui. We waren nog net niet vertrokken, dus even de bui afwachten. Eenmaal onderweg was het glibberen door de modder.
Na 8km kwamen we aan in Marciac. Hier dronk ik een theetje, kocht fruit en brood en bezocht de kerk. Ik houd het niet bij, maar het lijkt erop dat ik iedere dag wel ergens een kerk binnenloop, doe ik thuis nooit. Ik vind vooral de ouderwetse architectuur en de muurschilderingen mooi om te zien.
De middag liep ik alleen verder en kwam ik na 26.8km aan in Maubourguet. Hier hadden we een kleine reünie. Claus was er, Geneviève, Jacqueline, . en Lysel was hier vandaag aangekomen vanaf een andere detour sinds de laatste keer dat we haar zagen in Lectoure. Madame Jacqueline (zo noemde ik haar voor de grap) kookte voor ons een verrukkelijke maaltijd. Als een familie hielpen we mee met het snijden van de groenten, deden we de afwas en plukte we verse moerbeien uit de boom voor dessert.
Vanaf Maubourguet nam ik, samen met Geneviève en Lysel, weer een afslag. Van Auch naar Maubourguet liepen we over de Camino de Arles. Vanaf hier lopen we over de GR101 naar Lourdes.
Op dag 81 liep ik van Maubourguet naar Sairrouy in 27.3km met voornamelijk regen. De route was prachtig, het liep door een heel mooi natuurgebied. Het bos zag er mysterieus uit door de regen en de mist en het rook verrukkelijk. Het boerenlandschap met vergezichten is leuk om doorheen te lopen, maar een bos is toch zoveel mooier. Ik genoot weer optimaal onder het lopen, ondanks het natte weer.
Aan het einde van de middag zocht ik samen met Lysel naar een slaapplek. Na 27.3km kwamen we bij de kerk in Sairrouy, hier was een mooi stukje gras voor mijn tent en een afdak voor Lysel om onder te slapen. Zij slaapt deze week zonder tent. Even uit de comfortzone stappen zegt ze, erg knap hoor!
Bij de kerk was een kerkhof en hier is altijd drinkwater te vinden. Dit is zo sinds de oorlog en hier wordt door pelgrims nog steeds veel gebruik van gemaakt.
De volgende ochtend had ik net mijn tentje ingepakt voor het begon te miezeren. Ook dag 82 mocht ik weer door een prachtig stuk bos lopen. Helemaal in m'n element.
Tegen de middag liep ik het stadje Ibos binnen. Op het plein aan de kerk was een groot afdak met bankje en stroompunt, perfect voor een pauze. Ik legde mijn tent uit om te drogen en hong mijn was over een rek om te drogen. Ja hoor, als pelgrim zijnde kun je gewoon je onderbroek op de straat ophangen. Bijzonder hoe makkelijk dat je met dingen omgaat tijdens een reis als deze waarin je zeer minimalistisch leeft.
Bij de bakker haalde ik lunch en bij de supermarkt fruit en eten voor vanavond. Ik ging terug voor nog een perzik want deze was wel erg lekker. Fruit is lastig mee te nemen in de rugzak, daardoor eet ik het vaak direct op als ik het koop. Als ik het wel meeneem krijgt het een plekje in mijn buideltasje, zodat het heel blijft. Aan het einde van de middag trof ik Lysel weer en gingen we samen opzoek naar een slaapplek. Op de kaart hadden we gezien dat er een picknickbankje zou zijn, hier wilde we gaan kijken of dit zonder tent een optie zou zijn voor Lysel.
Plots sloeg het weer om en kwam er een dikke regenbui aanwaaien zodra we het bos uitliepen. Het zag er geweldig uit, maar voor ons minder prettig. Het was een zware bui, waardoor we toch maar besloten even te schuilen onder een dikke boom voordat we de open vlakte opliepen.
Na een kleine 10 minuutjes begonnen we het koud te krijgen. De regen was iets minder dus die trotseerden we. Na deze bui leek het picknickplekje ons niet meer zo'n fijne optie. We vonden na 24.8km, langs de weg een boerderij met een grote open schuur, even kijken of er iemand is. Helaas niet, dus we wilden eigenlijk vertrekken toen er iemand aan kwam rijden. Het bleek de eigenaar te zijn, David, en hij was erg vriendelijk. We mochten rustig onder het afdak slapen, dit vond hij geen probleem. Ook wees hij ons de wc, de douche en het keukentje. Alsof we met onze kont in de boter gevallen waren. Nu konden we douchen én droog slapen, wat een geluk.
Ik besloot om deze nacht ook onder het afdak te slapen, zonder mijn tent. De eerste keer voor mij in de buitenlucht, al had ik wel veilig een dak boven m'n hoofd. Er lagen grote stukken karton die we op de stenengrond neerlagen als vloer. Hierop mijn slaapmat en slaapzak. Net echt een stelletje zwervers op een stuk karton! Maar wel met een mooie sterrenhemel boven ons.
Dag 83 bracht me in 11.5km naar Lourdes. Een volle pelgrimspas, 83 dagen onderweg, 77 dagen gelopen en 6 rustdagen genoten. Om in Lourdes aan te komen heb ik 1900km gelopen (om precies te ziin 1899.8km op m'n teller).
Lourdes, een spirituele plek en mijn ingang naar de Pyreneeën. Deze plek krijgt een eigen pagina die snel volgt 🤍👣