Veranderingen
Deze pelgrimstocht naar Santiago de Compostela bestaat voor mijn gevoel uit 3 grote delen, die onder te verdelen zijn in verschillende stukken.
Van thuis naar Le Puy-en-Velay was 1/3, van Le Puy-en-Velay naar de Spaanse grens is 2/3, en het Spaanse deel samen met mam is 3/3.
Dit 2/3 deel is onder te verdelen in Conques, Lourdes en dan de Pyreneeën, dit laatste stuk kijk ik erg naar uit! Maar het zijn nog een aantal kilometertjes voordat ik zover ben.
Vanaf Le Puy-en-Velay veranderde er veel, de omgeving, het aantal pelgrims, het aantal toiletten onderweg, de opties tot eten en gelukkig ook het weer.
Op de ochtend van dag 54 kon ik niet uit Le Puy-en-Velay vertrekken zonder bij de pelgrimsmis te zijn. Ik had al van vele gehoord dat dit iets bijzonders was, en niets was minder waar. Met complete bepakking gingen alle pelgrims de kathedraal binnen, om 7uur begon de mis.
Natuurlijk was dit weer volledig in het Frans, dus ik kon er mijn eigen beleving aan geven.
In Vézelay mochten de pelgrims, zo'n 12 op de dag dat ik daar was, naar voren komen om de zegening te ontvangen. Hier in Le Puy-en-Velay, op deze morgen, zaten er zo'n 120 pelgrims in de kerk, dus de zegening werdt gegeven richting alle aanwezigen. Het meest bijzondere van deze zegening was dat aan het einde de grond open ging. Er zat een stalen soort deur in de vloer voor het altaar midden tussen de banken in waar iedereen zat. Deze gingen elektronisch open en onthulde zo een trap die de kathedraal uitliep. Een trap de kerk uit, die je met 134 treden de pelgrimsroute op leide. De pelgrimsroute vanuit Le Puy-en-Velay start letterlijk vanuit de kerk. Heel bijzonder.
Voordat de pelgrims de trap naar beneden gingen om aan hun pelgrimstocht te beginnen, of in mijn geval te vervolgen, kregen we een bedeltje geschonken waarop de zwarte madonna van Le Puy-en-Velay afgebeeld staat.
Een onvergetelijke belevenis.
Na het afdalen van de 134 treden maakte ik mijn eerste stop bij de boulangerie (bakker) om daarna samen met zo'n 120 andere pelgrims Le Puy-en-Velay uit te lopen en m'n weg over de GR65 te vervolgen. Op een gemiddelde dag vertrekken er 200-300 pelgrims, dus ik had geluk dat het deze ochtend enigzins meeviel. Tegenover die 1 pelgrims van de afgelopen 2 weken, was dit voor mij ook ruim voldoende.
Ik liep mensen voorbij, mensen liepen mij voorbij, ik maakte hier en daar praatjes met mensen. Sommige liepen alleen, sommige in groepjes of in paartjes. Het waren voornamelijk allemaal Fransen. Hoewel het van oudsher de traditie is om vanuit je thuis naar Santiago de Compostela te lopen, is het vanuit Frankrijk ontzettend populair om vanuit Le Puy-en-Velay te vertrekken.
De dag zelf was zeer gevarieerd, het had stukken asfalt, stukken bos, maar ook een heel stuk tussen de weilanden door over een zeer modderig pad. Dus alle blinkende nieuwe schoentjes kregen ook een zegening vandaag!
Het was zonnig, maar er stond een frisse wind en in de namiddag kregen we zelfs een regenbui. Goed om even allemaal die nieuwe regenjassen te testen.
Ik had niks geboekt voor de avond, tegenover de rest van de kudde, die dat wel allemaal gedaan hadden. Ik ging voor de Camino-magie, voor dat ene bed dat ze vrij houden voor de pelgrim die zonder reservering komt. Ik had ook gehoord dat sommige plekken zelfs telefonisch zeggen dat ze vol zijn en bij aankomst wel plek hebben. Op zich is dit goed natuurlijk, de oorspronkelijke pelgrim loopt en kijkt waar hij aan het einde van de dag een plek kan vinden.
Na een 23.7km kwam ik aan in het dorpje Saint Privat d'Allier. Een prima afstand vond ik, opzoek naar een gite. Bij de eerste de beste gite d'etape die ik zag kwam de man al naar buiten lopen. Natuurlijk had hij plek. 15,- ik kreeg een eigen kamer met dubbel bed en een ensuite douche/toilet. Boven verwachting!
Totdat ik op de kamer kwam, het was niet heel erg schoon, maar goed dat ik mijn eigen slaapzak en spullen heb. De man zelf was ook enigzins apart en uiteindelijk bleek ook dat ik de enige pelgrim was die bij hem verbleef die nacht. De rest van de mensen zaten allemaal in de toeristische accomodaties.
In de ochtend kwam ik bepakt om te gaan naar beneden, ik had aangegeven geen ontbijt te willen. Ik kreeg thee aangeboden, nou goed dan. Of ik er iets bij wil, een banaan is wel lekker.
Bij het afrekenen bleek dit "ontbijt" bestaande uit thee en banaan, me 5,- te kosten.
De liefdadigheid van de mens voor de pelgrim lijkt vanaf nu een andere insteek te hebben.
Op dag 55 liep ik naar La Clauze. Ik begon boven de wolken en liep door berg en dal naar het dorpje Monistrol d'Allier. Hier stond een oude ruïne en liepen de geitjes over het dark. Onderweg kwam ik weer verschillende pelgrims tegen, nieuwe en oude gezichten. 2 mannen met een wandelkar, waarvan er 1 ook een hond bij had. Met Sandra, Guillaume en Morgane kon ik goed in het engels gesprekken voeren en was het erg gezellig overlopen.
In het dorpje Sauceges kocht ik in een winkeltje tomaat, avocado en wat fruit, brood had ik nog. Net buiten het dorpje vond ik een picknick bankje, Morgane genoot hier van haar lunch, en ik sloot aan en maakte mezelf een lekker sandwich. Het was heerlijk zonnig waar ik optimaal van genoot.
De middag liep ik verder en verbaasde ik me over hoeveel er anders was sinds Le Puy-en-Velay. Overal langs het pad hongen en stonden borden waarop de gites staan beschreven, als reclame borden, sommige zelfs met foto's. Alsof je een hotel op vakantie aan het uitzoeken bent. Er is nu onderweg ook ruimschoots aanbieding van eten. Veel eettentjes, snackzaakjes en soms zelfs een foodtruck in een weiland. Overal langs de weg en langs de huizen is de Sint Jacobsschelp te zien. Toilet en waterpunten zijn er ook ruimschoots.
Heel veel mensen die nu lopen waarmee ik gesproken heb lopen een etappe van 10 dagen of 2 weken. Veel lopen van Le Puy-en-Velay naar Conques. Het is voor sommige dan ook meer een soort van (actieve) vakantie dan een pelgrimstocht.
Als ik mensen vertel dat ik vanuit Nederland gelopen heb, krijg ik een reactie met hele grote ogen, verbazing en respect. Ze zijn allemaal onder de indruk. Bijzonder leuk.
Kort voor het plaatsje La Clauze kwam ik Morgane weer tegen. Ze had nog geen slaapplek en dit gaf haar veel onrust. Ik adviseerde haar om te vertrouwen op de Camino-magic en dat er iets zou zijn. Na 28km lopen kwamen we in La Clauze bij een kleinschalige gite en hij bleek nog 2 bedden vrij te hebben. Precies genoeg.
Er zijn sinds Le Puy-en-Velay aan het St. Jacques pad veel particulieren Gîtes. Dit is bij mensen in of aan huis. Meestal rond de 4-8 slaapplekken en vaak wordt hier ook voor je gekookt. Zoals Michel in Gîte pelerin de Margeride ook voor ons deed. We zaten met 6 personen aan tafel, 5 dames 1 heer, 5 Fransen 1 Nederlander. Michel leek wel onze prive kok. Witlof salade vooraf. Als hoofdgerecht traditioneel Franse aardappel dauphinoise gemaakt met lokale kaas die nog zo jong was dat hij alleen voor dit gerecht gebruikt wordt. Deze werdt geserveerd met worst, die voor mij werdt verdeeld onder de andere 5 pelgrims en ik kreeg meer dauphinoise. Als toetje een tarte tatin van appel met een eigengemaakte yoghurt. En voor €1,50 konden we ook nog een wijntje erbij krijgen. Tijdens de koffie/thee na het eten kwam Michel aan tafel erbij om ons te voorzien van een stempel in onze credential (pelgrimspas) en vertelde hij honderduit. Morgane vertaalde sommige dingen voor me. Hij vertelde dat de mensen in het dorpje traditioneel een huis kochten voor hun kinderen, om te zorgen dat ze 1) un huis dichtbij hadden en 2) dat er geen andere mensen in "hun" dorp kwamen wonen. Deze traditie zet zich nog steeds voort, maar veel van de kinderen zijn naar de grote stad verhuisd, wat nu resulteerd in heel veel leegstaande huizen in het dorp.
Het meest aparte wat hij vertelde was dat er in het dorpje veel mannen wonen, ruimschoots meer dan vrouwen. Daardoor is er een traditie ontstaan dat als je op 45ste verjaardag nog geen vrouw gevonden hebt, je de rest van je leven single blijft.
Op dag 56 liep ik van La Clauze naar Saint-Alban-sur-Limagnole in 25km en had ik tijdens m'n lunchbreak de eerste ontmoeting op deze tocht met een slang. Juist op het moment dat ik m'n spullen weer in aan het pakken was hoorde ik achter me iets ritselen. Pas toen het onder m'n rugzak vandaan geslidderd kwam zag ik wat het was. Toevallig had ik m'n telefoon bij de hand en kon ik hem filmen terwijl hij rustig zijn weg vervolgde. Later hoorde ik dat het een Viper was en dat deze soort giftig is, ook voor de mens. Geluk dat hij niet m'n rugzak inkroop!
Over beesten gesproken, ik zag het beest voor het eerst in Saint Privat d'Allier. Op de ochtend dat ik daar wegliep kwam hij uit de mist opgedoken. De dag erna liep ik in Le Sauceges tegen nog een groter formaat aan, dreigend bovenop een berg neerkijkend op het stadje. In Chanaleilles werdt het me duidelijk.
Het was de legende van 'de la Bête du Gévaudan'.
De geschiedenis luidt dat in 1764 het beest zijn eerste slachtoffer maakte en voor de 3 daarop volgende jaren nog honderden slachtoffers. In 1765 kwamen 7 kinderen (5 jongens, 2 meisjes) bij elkaar om in de aanval te gaan en ze slaagde erin het beest te doden. Waarbij de jonge held van het verhaal beloond werdt door de koning en luitenant in het leger werdt.
Vroeger leefde er in dit gebied ook wolven, maar was het een wolf of was het echt een woest beest?
In Saint-Alban-sur-Limagnole ging ik opzoek naar een gite. Er was een hoop regen en onweer voorspeld voor de nacht, dus maar weer een nachtje binnen. Net toen ik afrekende voor een bed in een dorm (gedeelde kamer) kwam Morgane binnenlopen, ook opzoek naar een bed. Bleek dat ik net het laatste bed in de dorm had, maar er was wel een privé kamer die we konden delen. Als pelgrim-girls kunnen we goed een dubbelbed delen. Precies zoals ik haar beloofd had, iets met camino-magie.
Het werdt een hele gezellige avond, maakte een wandelingetje door het dorp, haalde eten bij de supermarkt. Dronken een wijntje op het terras onder het zonnescherm, zodat we droog zaten tijdens een flinke stortbui. In de kamer maakte ik met mijn kookstetje eten warm en deelden we verhalen met elkaar.
Na een goede nachtrust gingen we allebei verder met onze eigen Camino, wetende dat we elkaar ergens wel weer tegen zouden komen.
Dag 57 werdt een half dagje, het was dan ook een zondag, een juiste dag om het wat rustiger aan te doen. Ik liep van Saint-Alban-sur-Limagnole naar Aumont Aubrac in 18.7km. Tegen 11uur hield ik een korte pauze op een boomstronk met mooi uitzicht over de bergen en een veld met koeien. Hier kwam ik Morgane weer tegen en samen liepen we naar Aumont-Aubrac. Dit was mijn stop voor de nacht en zij liep een stuk verder, waarschijnlijk dan ook de laatste keer dat we elkaar tegenkomen (Morgane liep deze tocht tot aan Conques).
Ik ging op weg naar de municipal (gemeente) camping, deze bleek hier gratis te zijn. Er stond niemand toen ik aankwam, dus ik zocht het mooiste plekje uit. Naarmate het avond werdt kwamen er steeds meer pelgrims tentjes bij. Toch fijner om op zo'n grote camping niet alleen te staan.
En ja, die vrije middag, die heb ik natuurlijk gebruikt om jullie mijn belevenissen te vertellen.
Inmiddels liep ik al een paar dagen door het l'Albrac National Parc en vooral op dag 58 was het landschap bijzonder mooi. Het was heuvelachtig. Paadjes tussen de weilanden door met mooi Albrac koeien. Maar ook heel veel rotsen en stenen vandaag. Prachtige omgeving om doorheen te wandelen, het zonnetje scheen lekker, dus het was genieten.
Aan het einde van dag 58 moest toch het regenjasje weer te voorschijn komen voor de laatste paar kilometers. Hier kwam ik een drietal jonge Fransen wandelaars tegen. We maakte een praatje en bij het horen dat ik uit Nederland kwam. Was hun reactie; Ah, you're that girl, you've walked all the way, we've heard about you!
Whaaa, ze hadden al over mij gehoord, ben beroemd hier in de Camino Community.
Ik liep van Aumont-Aubrac naar Aubrac in 34.2km. Een aardig stukje afgelegd omdat ik graag in het plaatsje Aubrac wilde overnachten. Hier was de pelgrims gite in een oude toren. Via een wenteltrap naar boven, halverwege de trap zat een madame aan een tafeltje in de uitsparing van het raam, de receptie. Ik mocht een bed kiezen op de tweede etage. Op de derde etage was de gezamenlijke keuken. Een zeer leuk verblijf. Maar dit was niet de reden waarom ik hier wilde overnachten, dat is de Aligot. Het Aubrac gebied staat niet alleen bekend om zijn Aubrac (vlees) koeien, maar ook om het gerecht Aligot. Dit is een aardappelpuree waar kaas doorheen zit zodat het heel erg sliert. Er wordt aangenomen dat aligot is uitgevonden door monniken die in de regionale kloosters woonden en vaak werden bezocht door pelgrims op weg naar Santiago de Compostela.
Het wordt traditioneel gemaakt met tome fraîche kaas en geserveerd met worst. Die van mij met een kommetje salade en brood.
Smaakte prima met een lekker glaasje rode wijn erbij.
Dag 59 was een hele mooi dag. Het weer was lekker warm, er stond een heerlijk zomers briesje en de natuur rook verrukkelijk. De route liep door een prachtig bosgebied en voor de lunch zat ik aan een heerlijk waterval waar ik m'n voetjes in kon afkoelen. Genieten. In de middag liep ik door het mooie dorpje Saint-Côme-d'Olt, helaas viel er op dat moment een bui. Ik twijfelde even om daar te overnachten, maar het was nog vroeg en de bui was kort, dus ik liep nog een stukje verder. Aan het einde van de middag kwam ik aan op de camping in Espalion, 32km gelopen. De camping was duur een saai, maar het was droog en de temperatuur was aangenaam voor de avond en nacht.
Espalion is ook weer een pittoresk stadje waar ik op de ochtend van dag 60 doorheen liep, brood en fruit kocht, en m'n ontbijtje aan het water at.
Vanuit hier liep ik naar het plaatje Estaing, waar ik in de middag aankwam en genoot van mn lunch met uitzicht over het prachtige dorpje.
Deze dorpjes, Saint-Côme-d'Olt, Espalion en Estaing behoren tot de mooiste dorpjes van Frankrijk. Ze zijn kenmerkend voor hun ligging omdat ze zijn omgeven door natuurrijk gebied, maar vooral voor hun behouden en onderhouden oud Romaanse stijl in architectuur en hun prachtige dakpannen. Zeer fotogenieke plekjes.
Na 27.5km arriveerde ik in Golinhac. De donkere wolken en flinke wind achtervolgde me. Snel inchecken in de hoop droog de tent op te kunnen zetten. Het zat mee, de tent stond, gedouched en nog snel wat boodschappen gekocht voordat het met bakken uit de lucht kwam vallen. Ook hier stonden verschillende pelgrims in hun tentjes. Ook tentjes waar je niet rechtop in kunt zitten, lijkt me toch niet zo fijn.
Vanuit Golinhac liep ik op dag 61 naar Conques in 21.8km. Ik had hier veel over gehoord en ook dit plaatsje behoord tot de mooiste van Frankrijk, dus ik besloot om vroeg te vertrekken zodat ik optijd aan zou komen om de middag het stadje te kunnen bezichtigen. Ik was er om 13.00uur en was al bij aankomst onder de indruk. Prachtige ligging, fantastische gebouwtjes en ouderwetse straatjes. Een binnenpleintje aan de kathedraal en leuke toeristische winkeltjes, restaurantjes en barretjes.
In de Abdij Sainte Foy kon je als pelgrim overnachten. Het inchecken was om 14.00uur, maar ik was niet de eerste die alvast m'n rugzak kwam neerzetten. Ik had niet gereserveerd maar ze hadden gelukkig wel plek. Voor 11,- kreeg ik een bed op een slaapzaal met 7 stapelbedden, 14 pelgrims bij elkaar.
De middag liep ik rond door Conques, maakte een ontelbaar aantal foto's. Op een terrasje genoot ik van een wijntje. En ja, als je dan iets lekkers erbij wilt, kun je in Frankrijk kiezen uit een kaasboordje of een vleesbordje, kaas dan maar. Biologische kaas uit de omgeving, erg lekker.
In de avond at ik diner in een Auberge, iets vegetarisch graag, ik kreeg ratatouille met aligot en salade.
Hier hielden ze een avondmis voor de pelgrims. Ik denk omdat veel pelgrims van Le Puy-en-Velay naar Conques lopen, vertrekken ze morgenvroeg en houden ze wellicht daarom een avondmis.
Mooi aan deze mis was dat ze het Franse pelgrimslied 'Ultreia' zongen. Kreeg er kippenvel van.
Na een slechte nacht met een orkest aan snurkers werdt het om 6uur weer licht. Ik pakte m'n rugzak in, kocht fruit en brood en ging verder met mijn pelgrimstocht.
Op dag 62 liep ik naar Decazeville in 17km. Hier zat een ecogite die hangmatten heeft. Deze kon ik, na die slechte nacht met snurkers, niet weerstaan.
Het was lekker weer, dus ik zette snel m'n tentje op en ging heerlijk chillen in de hangmat, m'n favoriete plekje. Helaas, was het me niet gegund, na nog geen 10 minuten kwam er een zwarte lucht aanwaaien, dus ik ging snel m'n tentje in. Donder, hagel en bliksem. Hagelbrokken zo dik als ijsklontjes. Donder en bliksem pal boven me. Echt een zware storm. Ik was onzeker of mijn tentje het zou houden, voor de zekerheid maar alvast de regenhoes om m'n rugzak gedaan en m'n schoenen en regenjas klaar liggen voor als ik zou moeten evacueren. Gelukkig bleek mijn tent van sterke kwaliteit en was dit niet nodig.
Mijn buurvrouw met hetzelfde merk tent kwam ook goed door de bui heen.
Deze ecogite kookt geen dinner voor zijn gasten, maar heeft een klein winkeltje en een grote gezamenlijke keuken. In het winkeltje verkoopt hij afgewogen porties en houdbare producten, helaas geen verse groenten of fruit. Ik kocht een dubbele portie rijst, een blikje maïs en een blikje erwten en wortelen. En natuurlijk een karafje rode wijn erbij, voor €1,70 kan ik daar geen nee tegen zeggen.
De rijst bracht ik op smaak met de curry kruiden en chili vlokken die ik bij me heb. En wat overbleef is lunch voor morgen.
In deze afgelopen dagen ben ik veel verschillende nationaliteiten tegengekomen, Spaans, Zwitsers, Duits, Armeens, Amerikaans, Engels, Australisch, heel veel Fransen en 3 Nederlanders. 1 ezel en 3 honden. Ook aantal mensen op de fiets ontmoet. De variatie is groot, ook qua leeftijd en relatie. Vrienden, vriendinnen, familie, neef, nicht, dochter, echtparen, maar veel mensen alleen. Naar schatting is ongeveer 60% van de pelgrims vrouwelijk.
En van deze enorm grote stoet ben ik er één van. Een die iedere dag, stapje voor stapje dichterbij bij Santiago de Compostela komt 👣😘