Centraal Frankrijk door
Allerbeste lezers, in de tekst hieronder neem ik je mee in mijn etappe van Vézelay naar Le Puy-en-Velay. Een tocht van 17 dagen waarin ik iedere dag weer iets nieuws, bijzonders of uitdagend meemaakte. Ga er goed voor zitten, neem iets lekkers te drinken erbij en dan hoop ik dat je via deze weg weer mee kunt genieten van mijn belevenissen.
We beginnen in de Morvan. Dit Nationaal Park is sinds 1970 een beschermd gebied met bossen, meren en traditionele landbouwgronden in de regio Bourgogne-Franche-Comté in Midden-Frankrijk.
Vézelay ligt helemaal in het noorden van dit gebied en het heeft een totale grote van 285,000 hectaren. Mijn route loopt er diagonaal doorheen, dus ik mocht er een weekje van genieten.
Ik had het zonnige en bijzondere stadje Vézelay nog niet goed en wel achter me gelaten op dag 36 en het begon met regenen. Rugzak af, regenhoes eroverheen, regenjas aan, rugzak weer op en lopen maar.
Vanaf nu was het niet meer de St.Jacobus schelp als bewegwijzering maar de rood-witte markering. Deze duit in Nederland de langeafstandroutes aan zoals het Pieterpad, hier in Frankrijk zijn het de GR routes (grand routes), waarvan ik nu de GR13 volg. Deze markeringen staan heel goed aangegeven en ik heb maar weinig de hulp via m'n telefoon nodig, wat erg prettig loopt.
Onderweg kwam ik mijn eerste Burgundy slak tegen. Die ze escargots noemen zodra ze op je bord liggen. Mooi om te zien, en best groot. Het deed me denken aan de slakjes onderwater.
Ik had voor deze avond geen reservering gemaakt omdat de eerste locatie op meer dan 30km lag en ik dit waarschijnlijk niet ging halen omdat ik wat laat vertrok vanwege de pelgrims-zegen in de kathedraal. Na 27.8km kwam ik door een plaatsje waar zo'n 10 huizen stonden. Bij een daarvan stonden 2 mannen buiten in de tuin te werken en ik werd vrolijk begroet met een Bonjour. In eerste instantie liep ik door, maar ik ben omgedraaid en heb maar gewoon gevraagd. Is er ergens een plek waar ik zou kunnen slapen? Na wat overleg was het antwoord; hier. Een van de mannen nam me mee het huis door naar een soort zolder kamer waar een dubbel bed stond, een douche en toilet was. Na mijn douche moest ik maar naar de woonkamer komen en mocht ik mee-eten.
Ik kreeg een rondleiding door het huis en werdt voorgesteld. Het waren twee broers, Cedric, Julièn en zijn vriendin Louisa. Niet heel veel ouder dan ikzelf naar inschatting. Dit was hun tweede huis, ze woonde in Dijon en waren nu hier omdat het langweekend in Frankrijk was.
De bbq werdt opgestookt. Voor deze bijzonder mooie gastvrijheid moest ik, voor het eerst tijdens deze tocht, even mijn plantaardige voorkeur opzij zetten. Ik hielp Cedric in de keuken met het maken van frietjes en salade terwijl Julien het vlees op de bbq onder controle had. Met een glaasje wijn erbij zaten we gezellig buiten in de tuin.
Ik voelde me net Jack uit de Titanic. Ik prooste met m'n glaasje wijn (Jack had Champagne) hoe bijzonder ik het vond dat ik deze ochtend nog niet wist waar ik zou overnachten en dat ik nu een bed had, eten kreeg en dankbaar was voor hun gastvrijheid voor een vreemdeling.
Na een kopje koffie in de ochtend nam ik afscheid en vervolgde mijn tocht. Het werdt een zonnige dag en kon zelfs in m'n tshirtje lunchen. De route door de bossen was prachtig. Voor vandaag, dag 37, had ik besloten dat ik bij Lac des Settons (een meer) wilde overnachten. Hier was een camping en om met dit weer m'n tentje aan het water te kunnen zetten klonk aantrekkelijk. Dit betekende wel dat ik een behoorlijke tocht had van 37km. Maar het was het waard.
Om 6uur ging mijn wekker op dag 38. Ze hadden 23mm regen voorspeld voor vandaag! Waarvan in de middag het meeste zou vallen, dus ik wilde vroeg oppad om begin van de middag aan te komen in het dorpje Anost. Daar was een Gîte. Dit is een soort hostel in de vorm van een (groot) huis, kamers met (stapel)bedden, douches en gezamenlijke keuken. Ik kwam hier net na de middag, met 22.6km in de benen, behoorlijk nat en koud aan. Ik nam een heerlijke warme douche en terwijl het buiten stortregende deed ik een dutje.
Bij de lokale supermarkt haalde ik macaroni-pasta en blikgroenten voor avondeten. Als ik het gasfornuis aan wil doen krijg ik een vlammetje dat al snel afzwakt en uitgaat...gas op, shit!
De mevrouw van het hotel kwam met me mee kijken en kwam tot diezelfde conclusie. Wat wilde je koken vroeg ze, en hoe laat wil je eten? Mijn ingrediënten en een grote pot nam ze mee terug naar het hotel waar ik om 6 uur mijn eten kon komen ophalen, netjes voor me klaargemaakt. Wat een mooi camino-momentje.
Vanuit Anost vertrok ik met een croissantje op de vuist. De ergste regen was voorbij, maar het zou nog steeds een natte dag worden. Ondanks dat mocht ik door een prachtig bosrijk gebied lopen. Heuvel op, heuvel af. In de ochtend liep ik langs de sprookjesachtige Gorges de la Canche. Bijzonder genoeg hield het voor deze 4,5km op met regenen. Het was echt een boulder-pad. Smalle paadjes en klimmen en klauteren over grote keien. Inspannend, maar prachtig, een hoogtepunt van de Morvan.
In de middag liep ik naar het hoogste punt van de Morvan en de top van de Bougogne, Haut-Folin op 940 meter.
Tegen het einde van de middag trok de lucht open en verwarmde het zonnetje lekker. Alsof het me uitnodigde voor een nachtje in de tent. Op een plekje van 5 huizen mocht ik bij een hiervan mijn tent in het grote veld ernaast zetten. Ik heb lekker voor m'n tentje in de zon kunnen eten voordat het later op de avond weer flink regende. Dit was dag 39, 27.8km gelopen om in Pré du Massé te eindigen.
De volgende ochtend was binnenin m'n tentje alles droog, al moest ik het wel nat inpakken.
Ik mocht door een bijzonder donker naaldbomen bos lopen op dag 40. De bomen waren ontzettend hoog waardoor het bos erg oud aanvoelde. Bovenin was het erg dicht begroeid waardoor er nauwelijks licht doorheen kwam. Dit gaf een beetje een 'eerie' gevoel. Later werdt me verteld dat 'Morvan' in de oude taal 'zwart' betekend, zwart woud. En dat er verschillende spook verhalen en legendes zijn over dit zwarte woud. Gelukkig was ik er op dat moment de enige heks.
In de middag genoot ik van een lekkere lunch bij een eigenaardige ober/chef in het enigste restaurant in Larochemillay. Er was hier verder geen bakker of winkel te vinden, dus ik was blij dat deze open was.
Ik kwam onderweg veel Nederlanders tegen vandaag. Blijkt 70% van de inwoners van dit dorpje Nederlander te zijn. Een erg populier gebied hier voor mensen die vanuit Nederland naar Frankrijk verhuizen.
Ook vandaag bleef het niet droog en kreeg ik weer een enorme stortbui over me heen. Ik kon onder een paar bomen schuilen, maar na een tijdje hielden deze niks meer tegen, dus ik rende door naar het huis dat ik zag aan het einde van weg in de hoop daar beschutting te vinden. De man des huizes was thuis en liet me binnen. Ik kreeg een kopje koffie aangeboden terwijl ik wachtte dat de regen minder zou worden. Een leuk gesprek met deze man gehad over het leven in dit afgezonderde gebied en met nog wat lichte regen ging ik verder op pad.
Helaas bleef het niet bij licht en kwam ik na 26km helemaal doorweekt aan bij mijn overnachtingsplek.
Ik mocht deze avond verblijven in Chateau Magny. Het Chateau is al jaren een familie bezit en sommige kamers, waaronder die waarin ik mocht slapen, zijn nog in orginele stijl behouden, inclusief behang. Ze bieden normaal een deel van deze lokatie aan voor oa yoga/meditatie retreats. Prachtige lokatie en bijzonder mooi dat ik te gast mocht zijn bij Valerie en Bernard.
Na een nachtje slapen als een prinses in een kasteel begon ik vol goede moed aan dag 41. Vanochtend was mijn laatste stukje door het Morvan National Park. Een gebied vol diversiteit aan bomen, bloemen, meren en rivieren. Ik mocht over prachtige paadjes lopen, via boomstammen rivieren oversteken, over keien en rotsen heen klimmen. Een geweldig mooi natuurgebied dat ik ten harte kan aanbevelen. Het was erg jammer van de regen, maar het zorgde er wel voor een explosie aan jonge groene blaadjes die mooi aan de bomen hongen. Een echt Go Green with Mandy plekje.
Rond het middaguur liep ik tussen de weilanden door en kwam een dikke donkere wolk steeds dichterbij. Ik probeerde het voor te blijven. Nog 300 mtr tot de volgende paar huisjes. Deze huisjes bleken leeg te staan. In een schuur kon ik beschutting vinden. Net op tijd voor een royale plensbui, zo eentje waar thuis de straten van blank lopen. Ik had vanochtend left-over pizza meegekregen voor de lunch, dus deze zat ik, op een omgekeerde emmer, in een schuur beschermd van de regen, lekker op te peuzelen.
Na een klein uurtje was het droog en vervolgde ik mijn weg. Kom ik plots klap iemand tegen met een rugzak, het was een pelgrim! De eerste die ik tegenkwam sinds Vézelay, en dat was toch al 5 dagen geleden. Hans komt ook uit Nederland en loopt deze weken de etappe van Vézelay naar Le Puy-en-Velay. We verbleven die avond beide in de pelgrimsherberg van Issy L'eveque. Hier kwam ik na 23.9 km aan, kochten we in het winkeltje eten en bereidde Hans een lekkere maaltijd.
Dag 42 was dierendag.
Ik liep langs heel veel weilanden met koeien. De Charolais koe is crèmekleurig en heeft horens. Deze koeien staan met de hele familie samen in de wei. Mama's, kalfjes en vader stier. Dit komt omdat het geen melk koeien zijn, maar vlees koeien. De boeren hebben hier geconcludeerd dat het vlees beter smaakt als de diertjes gelukkig samen leven.
Ook waren er veel schapen met lammetjes en ezels, maar het hoogste punt was toch wel dat ik mijn eerste wilde zwijntje tegen kwam. Hij was nog piep mini en mega schattig!
Ik liep deze dag snotverkouden naar Bourbon Lancy in 29.1km waar ik bij een winkel voedsel voorraad insloeg en op de camping overnachten.
Vanaf Bourbon Lancy gaat de GR13 over op de GR3 en liep ik naar het stadje Diou, maar alles was dicht omdat het zondag was. Vanuit hier was het 5km van de route af om bij Abdij Sept du Fons te komen. Het was me al meerdere keren aangeraden, dus deze detour ging ik maken.
Dit was dag 43, met ondanks de detour een rustige 20.6km. Gelukkig kon ik bij de monniken terecht. Ik kreeg een mooie eigen kamer, dinner en ontbijt, en mocht daarvoor schenken (doneren) wat ik kon missen. Het is een stilte abdij dus het avondeten en ontbijt werdt verzocht in stilte te consumeren. Er waren nog 4 andere mensen en het is toch apart om dan samen aan tafel te zitten zonder een gesprek te voeren. Het eten was ook hier lekker, soepje-vega hoofd-kaas-na met een glaasje wijn erbij.
Gesproken over wijn, schenk jezelf nog even bij, want we lopen nog een stukje verder.
's Ochtends voor het ontbijt was er een mis. Ging ik toch zomaar al weer naar een mis. Ondanks mijn niet zeer christelijke geloof is het bijzonder om dit mee te maken. Er waren wel 60 monniken. In een mooie kerk waar de monniken hun gebeden in prachtige grote boeken hadden geschreven.
Na het ontbijt liep ik de extra 5km weer terug en was ik blij dat ik dit ommetje gemaakt had.
Vandaag was dag 44 en liep ik naar Saint Léon.
Net buiten dit dorpje op de Puy Saint-Ambroise (437mtr) was een uitkijkpunt, over het l'Allier gebied met in de verte de bergen van de Morvan. Die afstand had ik helemaal afgelegd, aparte gewaarwording om zo te zien. Bij dit punt mocht ook vrij gekampeerd worden, dus tentje op deze avond. Nadat ik een fijne afstand van 22.1km had gelopen.
Het was weer een nat tentje inpakken deze ochtend. Een grijze dag, dikke bewolking, veel luchtvochtigheid, weinig uitzicht en heel veel asfalt. Dan blijft er weinig anders over dan maar gewoon lopen. Uit verveling zelf vastelaovends liedjes lopen zingen onderweg! Dag 45 stond in het teken van verstand op nul en door lopen. 38.6km om in Arfeuilles te komen.
Vermoeid en voldaan kwam ik aan de gîte, waar ik begroet werdt door pelgrim Hans met het prachtige nieuws dat hij de boodschappen al gedaan had en ging koken. Wat een aangenaam ontvangst zo blij mee! Er reste mij niks anders dan een flesje wijn te kopen voor erbij. Eentje uit de l'Allier streek, want daar loop ik nu doorheen.
Mijlpaal! In de ochtend van dag 46 had ik de eerste 1000 km erop zitten 💪👣
Vanaf hier werd het gebied een stuk ruiger en waren de klimmen hoger en de dalen dieper. De paden lagen lange stukken helemaal vol met keien, het was klauteren. Behendigheid en concentratie van belang (vooral met een zware rugzak op). Ook hiervoor weer erg blij met mijn wandelstokken. Na 31.3km vond ik mijn bed in de Gîte Foyer de ski. Hier was wel plek voor 35 personen en ik sliep er helemaal alleen. Bovenop de skiberg van 1200 meter, toepasselijk genoeg werdt het die nacht ook maar 1°C.
Na een lekker havermout ontbijtje liep ik, met handschoenen en muts, de Montoncel berg af. Vandaag maakte ik een keuze voor de alternatieve route. De oorspronkelijke GR3 route zou nog een aantal bergen over klimmen naar hoogtes van 1600 meter. Maar de weersvoorspellingen weerhielden me hiervan en koos voor de vallei route. Hiervoor had ik geen accomodaties op de app staan, dus toen ik aan het einde van dag 47 na 24.8km aankwam in het plaatsje Viscomtat en het enige hotel dicht bleek te zijn, ging ik opzoek naar de Mairie - het gemeentehuis. Deze was dicht, maar de mensen die ernaast woonde konden me helpen. Ik mocht in de kantine van het gemeentehuis slapen. Er was een toilet, ik mocht thee maken en kon m'n matje op de grond leggen om te slapen. Top.
De meneer (buurman) kwam nog 2x kijken die avond. De eerste keer kreeg ik een sinasappel, yoghurtje en een cup-a-soupje. De tweede keer kwam hij kijken of de verwarming wel warm genoeg voor me stond en vertelde dat ik morgenvroeg bij hun aanmoest kloppen voor ik vertrok.
Na een prima nacht klopte ik om iets na 7uur aan bij de buren. Ik werd binnen aan tafel gezet, kreeg koffie en ontbijt en probeerde we met de taalbarrière toch gesprekjes te voeren. Voor onderweg kreeg ik nog een appel, een sinasappel en een zakje fruitsnoepjes. Wat een lieve mensen weer, dankbaar hiervoor.
Ik besloot om vanuit Viscomtat toch nog even terug de GR3 op te gaan om de L'Hermitage Notre Dame te bezoeken. Een nonnenklooster gelegen op een berg van 1100 meter hoogte in het Livradois-Forez Natural Regional Park met een prachtige uitzicht en een geweldig stuk bosgebied om door te lopen.
Hierna vervolgde ik mijn weg over de alternatieve route en was het helaas steeds meer asfalt lopen. Dag 48 eindigde net buiten Le Brugeron na 27.9km op camping Le Cube, van een Nederlandsstel dat hier al 17 jaar woonden.
Dag 49 naar de stad Ambert zou weer volledig asfalt zijn, dus ik maakte er mijn eigen Camino van en zocht waar mogelijk naar wat alternatieve stukjes van de grotere weg af. Dit maakte de 27.1km lopen voor mij iets leuker. In Ambert twijfelde ik tussen een goed bed of camperen. Het goedkoopste goede bed bleek €65,- te kosten. Dit zijn geen pelgrimsprijzen, dus ik koos voor de camping zodat ik van het overige budget flink eten kon kopen. Mijn trek was me meer waard dan un bed 😋
Ambert heeft een grote Aldi en een grote Carrefour dus ik kon me uitleven. Wat resulteerde in een zware rugzak voor de komende dagen!
Maar ook in een smaakexplosie en genot bij het eten van frambozen, blauwe bessen en een mango!
Op dag 50 besloot ik om maar gewoon de asfaltweg van de route te volgen. De weg is niet heel erg druk, maar toch even opletten als je een auto aan hoort komen. Ik vond afleiding in de prachtige bermbloemen. Het bos en de weilanden staan er vol mee, maar ook langs de weg vond ik zoveel diversiteit! Van een simpel boterbloemetje of klaproos tot aan verschillende wilde orchideeën.
Met zere en branderige voeten van het asfalt lopen kwam ik na 28.5km lopen aan in het plaatsje Saint-Jean-d'Aubrigoux. De Mairie was helaas gesloten, maar bij geluk kwam er net een oudere man langs lopen die ik om hulp vroeg. Hij sprak best goed Engels.
Je wilt ergens slapen en morgen weer verder? Ja
Ben je moe? Ja
Heb je ook honger? En dorst? Ja
Maar ben je nog fit genoeg om 3km te lopen? Uhmmm Ja.
Zijn huis bleek in het dorpje Vernet Chabre te liggen, 3km verderop, bij geluk ook nog redelijk in dezelfde richting als mijn route.
Tijdens deze 3km maakte we kennis, in zijn huis kreeg ik een rondleiding en kookte hij spaghetti bolognese als avondeten. Kaas, toetje en wijntje zaten er ook bij. Warme douche en naar bed, moe en dankbaar weer voor deze warmhartige gastvrijheid.
In de ochtend kreeg ik ontbijt en vond de man het erg leuk om zijn eigen dokters stempel in mijn pelgrimspas te mogen zetten. Mijn weg vervolgde zich op dag 51 naar Vorey sur Arzon, vanaf hier loop ik door het Haute-Loire gebied gelegen in zuidelijk-centraal Frankrijk. Net als het Allier gebied ook onderdeel van het Massif Central. Ik kwam al om 3uur, na 23.8km lopen, aan in dit dorpje. Ik had graag nog een stukje verder gelopen, maar de volgende plek was nog een extra 10km en ze voorspelden regen en onweer voor de middag. Dus ik besloot om mijn voeten rust te geven, wat ze ook wel erg fijn vonden. Ik sliep in een gite d'etape met een Frans stel dat 10 dagen een GR-route loopt.
Om iets voor 7 liep ik op dag 52 de gite uit. Vanaf hier zat ik weer terug op de GR3 en liet ik zodra ik het dorpje uitliep het asfalt achter me en kreeg ik weer leuke onverharde paadjes. Weer klimmen en klauteren, maar ook door ochtendnat kniehoog gras lopen en kletsnatte voeten krijgen. Het was een mooie etappe en ik was blij weer terug op de GR te lopen.
Ondanks dat het alternatieve stuk route veel over asfalt liep was ik blij met mijn keuze. Ik vermeed zo dat ik op 1600 meter door de wolken, kou en vochtigheid heb moeten lopen. En al doet een vallei of dal vaak denken dat het weinig hoogte heeft, hier liep ik ook gemiddeld op een hoogte tussen de 800 en 1000 meter.
Onderweg liep ik door het plaatsje Polignac, wat gebouwd is op een vulkanisch plateau en vernoemd is naar een zeer belangrijke familie in dit gebied. Vanaf hier was het nog 5km tot in Le Puy-en-Velay en genoot ik nog even van de stilte en rust tijdens het alleen wandelen.
De allereerste geregistreerde pelgrimstocht door de Pyreneeën naar het heiligdom van St. Jacobus in Santiago de Compostela is die van de bisschop Godescalc van Le Puy-en-Velay. Dit gebeurde in de winter van het jaar 951. Tot de dag van vandaag is Le Puy-en-Velay daarom, vooral onder de Fransen, een heel bijzondere startplek voor de pelgrimstocht. De route vanaf Le Puy-en-Velay wordt 'Via Podiensis' genoemd en omschreven als een van de mooiste tochten richting Santiago de Compostela. Gemiddeld vertrekken er zo'n 200-300 pelgrims per dag vanuit Le Puy-en-Velay.
Bij binnenkomst in de stad is het dan ook gelijk even wennen betreft de drukte, het voelt in eerste instantie erg toeristisch aan.
De route bracht me de oude stad in naar de kathedraal. Het is één van de oudste van Frankrijk en sommige onderdelen van de kerk staan er al sinds de vijfde eeuw. Het grootste deel van de huidige kerk stamt echter uit de twaalfde eeuw en is opgetrokken in de Romaanse stijl. Het is gebouwd op een prachtige plek op de rots Rocher Corneille. Bij binnenkomst wordt je naar het gotisch aangeklede altaar geleid om daar een zwarte Madonna te bewonderen.
Door de prachtige straatjes van de oude stad vond ik mijn weg naar de 'Refuge Jacqueaire organise les pelerins'. Helaas waren deze volgeboekt voor de avond, maar wist ze een bed voor me te regelen bij madame Isabella. Hier verbleef ik met 3 mannelijke pelgrims waaronder Hans en mocht ik als "prinses" in het dubbelbed slapen terwijl de mannen de enkele bedden namen. We sliepen onder een prachtig oud stenen plafond en werden verwend met een heerlijke avondmaaltijd en een goed ontbijt.
Dag 53 had ik mezelf en rustdag beloofd. Vanaf Vézelay heb ik in 17 dagen non-stop naar Le Puy-en-Velay gelopen. In het engels noemen ze een rustdag ookwel een 'zero-day', maar zero (0) kilometers waren het voor mij deze dag zeker niet. Ik had het druk, moest naar de Decathlon, moest naar de wasserette, moest naar het postkantoor, moest naar de drogist, en wilde natuurlijk ook een beetje tourist spelen in de stad. Het afkrijgen van deze blog was er daarom helaas een beetje bij in geschoten.
De kathedraal van Le Puy-en-Valey is gebouwd op de rots Rocher Corneille maar is met 134 treden niet het hoogste icoon van de stad. Dat is het enorme beeld van Maria met kind dat stamt uit de negentiende eeuw. Het is gebouwd vlak na de Krimoorlog waarin Frankrijk samen met het Turkse Rijk en Engeland tegen Rusland vocht. Tijdens die oorlog maakte Frankrijk tijdens de slag van Sebastopol een flinke hoeveelheid Russische kanonnen buit en die zijn omgesmolten om het beeld te maken. Het 16 meter hoge beeld werd in 1860 onthuld en daarbij waren maar liefst 120.000 pelgrims aanwezig, het was een ware happening in die tijd.
Het derde vulkanische hoogte punt van Le Puy-en-Velay is Rocher Saint-Michel.
Saint-Michel d'Aiguilhe (St. Michael van de Naald). Deze kapel is bereikbaar via 268 treden die in de rotsen zijn uitgehouwen. Het werd gebouwd in 969 op een vulkanische rots 85 meter hoog.
Bisschop Godescalc van Le Puy-en-Velay liet de kapel bouwen om zijn terugkeer te vieren van de pelgrimstocht naar Sint Jacobus in 951.
Ja, in die tijd moesten de pelgrims ook weer terug naar huis lopen!
Met allemaal die treden op en af was er dus weinig rust op mijn rustdag. Al is het lopen zonder rugzak toch echt wel een groot verschil.
Met veel plezier heb ik de stad door gerend om deze trekpleisters te bezichtigen. Een zeer mooie plek die zeker de moeite waard om te bezoeken.
Samen met Hans sloot ik deze rustdag af bij een lokaal restaurantje. Een heerlijke linzenburger, gemaakt van de lokale groene Le Puy linzen.
Hans heeft zijn etappe erop zitten en ik vervolg mijn tocht richting Lourdes.
Deze nacht in Le Puy-en-Velay sliep ik in de refugio waar de dag ervoor geen plaats was. Ook een bijzonder ingedeelde ruimte met kamertjes.
Dag 53 was op 25 mei 2023. Inmiddels heb ik er 1200 km opzitten. Vanaf mijn vertrek 2 April heb ik 49 dagen gelopen en 4 rustdagen gehad. En berg stempels verzameld en nog geen enkele blaar gehad.
Ik heb een hoop meer regen gehad dan me lief is, maar zelfs dat kan de pret niet drukken.
Ik ben erg benieuwd naar de komende etappe, de Via Podiensis, lopen jullie weer mee?
Zeer hartelijk bedankt weer voor het lezen en met veel plezier zie ik je reactie tegenmoet.
Disclaimer; geen een van mijn foto's in dit, en voorgaande verhalen, zijn bewerkt.