Lopend Spanje in
Ik zou eigenlijk mijn spullen moeten pakken, mijn tent weer inpakken een gaan. Maar ik zat op een muurtje aan het strand in Hendaye, uitkijkend over de machtige zee. Vandaag zou ik niet ver lopen, de planning was om alleen maar van Hendaye naar Irun te lopen, zo'n 5km, ongeveer een uurtje. De grens over.
De Bidasoa rivier markeerde hier de grens tussen Frankrijk en Spanje. Het was alleen maar een brug oversteken om in Spanje te komen.
'Alleen maar'
Voor mij was het veel meer dan alleen een brug. Het was het begin van mijn Spaanse Camino. Ik had er zin in, was nieuwsgierig naar Spanje en wat het te bieden heeft.
Maar deze brug markeerde voor mij ook het einde van mijn Camino hoofdstuk in Frankrijk. En jeetje, wat was dat een groot hoofdstuk geworden van deze reis. Dik 3 maanden heb ik dit land te voet doorkruist.
Ik had even nodig om dit te laten bezinken, even de tijd nemen en mijn emoties erkennen. Er is geen betere plek die ik me kon wensen dit te doen, dan uitkijkend over de zee.
Wat later in de middag had ik mijn tentje weer opgerold en met mijn rugzak liep ik op dag 109 in 7.6km, de brug over, naar Irun, Spanje.
Het was ongelofelijk zwaar. Het was warm, mijn rugzak voelde zwaar en mijn lichaam voelde nog zwaarder aan. Aankomend in Irun voelde het alsof ik een hele dag gelopen had, ik was kapot.
Ik ging opzoek naar de donativo Albergue de peregrinos Jakobi.
Deze lag net aan de andere kant van de stad aan de Camino route. Het eerste wat direct opviel was het verschil tussen Hendaye en Irun.
Hendaye is een rijkere toeristische plek waar veel Fransen op vakantie gaan om te surfen of zelfs een tweede (vakantie) huis hebben. Een plek met leuke huisjes, geen hoogbouw en gezellige straatjes met winkeltjes en restaurantjes.
Irun is een grotere maar armere stad, vol gebouwd met hoogbouw, veel verkeer, geluid en mensen. Oud uitziend, veel graffiti en dakloze op straat. Het contrast kon niet groter zijn.
De Albergue had een bed voor me. Ik kreeg een "onder" bed aan een raam op een kamer met 9 stapelbedden. Het eerste wat ik deed was schoenen uit en liggen, even rusten. Die bergen van de Pyreneeën hadden er toch wel ingehakt.
De pelgrimsverblijven hier hebben regels. Om 22.00uur gaat de deur op slot, om 22.30uur het licht uit, om 6.30uur gaat het licht weer aan en pas om 7.00uur gaat de deur weer open.
Dit klinkt streng en voelt voor sommige misschien aan als een gevangenis, maar op moment dat je loopt is je nachtrust erg belangrijk. Als er dan mensen s'avonds laat of smorgens onmenselijk vroeg willen vertrekken en lopen te rommelen is dit niet prettig. Op deze manier voorkomen ze dit. Ik vond het fijn.
Wat ik minder fijn vond was de pijn in m'n knieën. Dit had ik overgehouden aan die pittige afdaling op een van de laatste dagen in de Pyreneeën. Mijn hoop was dat het met een minimale loopdag vandaag beter zou gaan, maar aan het einde van de dag ging ik met ongemak de treden van de albergue op en af.
Ik besloot de hospitaliers toestemming te vragen om een extra dag te mogen blijven.
Dit is eigenlijk niet mogelijk omdat het opgezet is voor pelgrims die alleen een nacht rust nodig hebben en daarna weer door gaan. Maar soms zijn er pelgrims die na heel wat aantal dagen lopen rust nodig hebben om hun klachten te herstellen. Na grondig overleg mocht ik gelukkig een tweede nachtje blijven.
Zo had ik op dag 110 een rustdag in Irun.
In de ochtend zwaaide ik Jacqueline uit en wenste haar een Buen Camino. Zij is vertrokken vanuit Duitsland en heb haar ergens in zuid Frankrijk voor het eerste getroffen, we hebben leuke momenten samen gedeeld en het was mooi om haar nu hier in Spanje weer te treffen.
Ik mocht tot 11.00uur rusten en daarna kon ik pas weer na 16.00uur terug komen, dus tot 11.00uur besloot ik ook echt te rusten. Ik sliep nog wat, maar gaf mijn knieën vooral de rust die ze verdiende door gewoon lekker op bed te liggen.
De middag bezocht ik het pittoreske buurdorpje Hondarribia en relaxte ik nog wat meer aan het strand. Op de terugweg naar m'n bed bezocht ik voor het eerst een Spaanse supermarkt. Direct viel op dat ze veel meer vegan opties hebben. Het vegan logo was in Frankrijk moeilijk te vinden, maar hier was het er weer. Ook veel meer keuze in superfoods (denk bijv aan chiazaad of goij bessen) en een reuze afdeling aan verrukkelijk fruit. Ik doe mijn best en heb er ook plezier in om mijn lichaam zo goed en gezond mogelijk te voeden voor de inspanning die het dagelijks moet leveren. Maar maak je geen illusies, er ging ook een zak chips m'n tas in.
De volgende ochtend was het zover, ik begon aan de Camino Del Norte. Dit stuk zou ik eigenlijk samen met mam doen, maar spijtig genoeg kan ze niet meelopen. Het heeft niet zo mogen zijn.
Ik begon aan het laatste deel van mijn camino. De resterende 800+ km's.
Waarvan ik op dag 111 begon met een rustige 15km naar het plaatsje Pasajes. Het grootste deel van Europa zat in een hittegolf en ik liep met regen Irun uit. Ondanks deze omstandigheden werd ik na de klim toch gedeeltelijk beloond met een mooi uitzicht over de kust, Irun en Hendaye.
Met het vorderen van de kilometers kwam ook steeds meer het Camino gevoel weer terug, na de Pyreneeën. Er liepen veel mensen onderweg en ik maakte hier en daar praatjes. Voor veel pelgrims was dit de eerste dag en gaan de gesprekken vaak over het gewicht van de rugzak, de lengte van de route per dag en het vinden van accommodatie. Het grootste deel van deze beginners-zorgen had ik al lang achter me gelaten, maar toch moest ook ik even acclimatiseren aan Spanje. Ik liep dan wel met een tentje, maar het bivakkeren (wild kamperen) is hier niet zo makkelijk en gangbaar als in Frankrijk, dus hier moet ik de komende dagen even m'n weg in vinden.
Voor deze eerste nacht besloot ik naar de kerkelijke albergue te gaan in Pasajes, een klein havenplaatsje. Hier noemen ze de pelgrimsverblijven albergues ipv de Franse gites, maar het idee is hetzelfde. De kerkelijke verblijven zijn op basis van donatie. Jij betaald wat je kan en zorgt er hiermee voor dat er morgen iemand na jou terecht kan, een mooi systeem vind ik.
Nadat ik kennis gemaakt had met een paar mede pelgrims die hier vannacht verbleven en ik een bed uitgezocht had, bleek dat het ook mogelijk was om m'n tent op te zetten in het stukje gras voor de kerk. Hier ruilde ik heel graag mijn bed voor in!
Met een clubje van zo'n 8 pelgrims hadden we een gezellige avond op de stenenvloer, buiten voor de kerk, wat snackjes en een wijntje erbij, en een mooie zonsondergang.
Op de ochtend van dag 112 ontwaakte ik in mijn tent met een mooi uitzicht over het dorpje aan het water. De route begon met een klein veerbootje het havenkanaal over. De rest van de ochtend liep ik met zeezicht en kwam ik al vroeg aan in San Sebastian. Helaas was hier geen pelgrimsonderdak en waren de prijzen voor een hostel bizar duur, ik zal voor de nacht dus de stad uit moeten. Toch wilde ik graag de middag in San Sebastian doorbrengen, maar niet met mn rugzak op. In een grote stad als deze is er weinig hulp voor een pelgrim te vinden, tja wat doe je dan? Op goed geluk, en een beetje door m'n opties heen, liep ik de kerk binnen. De pastoor was alleraardigst en natuurlijk kon ik mijn rugzak daar laten voor de middag. Wil je ook een stempel? De avondmis was om 8uur afgelopen, dan moest ik dus uiterlijk terug zijn. Perfect!
San Sebastian ligt letterlijk direct aan het strand. Ik kon dan ook niet anders dan eerst het water in lopen. Het was een mooie warme dag en ontzettend genieten om in de zee te zwemmen. Zeer prettig ook aan de knieën.
Even een powernap terwijl ik lag te drogen in de zon voordat ik de stad ging verkennen. Voor 1,60 waren er douche cabines beschikbaar aan het strand wat super goed uit kwam aangezien ik vanavond ergens zou gaan slapen zonder voorzieningen.
San Sebastian is een leuke, drukke toeristische stad. Het oude centrum heeft mooie gebouwen en leuke straatjes. Op de boulevard aan het strand kom je verschillende kunstenaars tegen die voor entertainment zorgen. Een grote bellen "blazer" en wat straatmuziek ontbreekt er niet. De persoon verkleed als bloemenpracht in een pot was bijzonder grappig als de bloemen opeens opstonden uit de pot!
Ik vond een leuk tentje om vegan burritos te eten voordat ik mijn rugzak op ging halen om na deze leuke middag San Sebastian achter me te laten. Het was een klimmetje om de stad uit te komen. Dit resulteerde in een loopafstand van 15,5km voordat ik een plekje voor m'n tent vond. Het wandelen door de stad zonder rugzak is niet meegeteld in de km's.
Ik vond een grasveld tussen de fruitbomen met mooi uitzicht op de ondergaande zon. Het stuk grond was niet afgezet, dus niet perse privé terrein en er was niemand in de buurt om toestemming te vragen. Het was al laat op de avond en niemand had hier last van me, dus ik nestelde me voor de nacht.
In de ochtend vertrok ik zonder ontbijt zodat ik weer netjes optijd weg was. De route was afwisselend vandaag, bos gebied, weilanden en uitzicht op zee. Waar kon snoepte ik onderweg van de bramen. Ik heb de struiken in de afgelopen maanden zien bloeien en de vruchten zien groeien, nu was het tijd om ze te plukken.
Het was dag 113 en ook vandaag hield ik het bij een rustige 16km. Net voor het plaatsje Zarautz lag een betaalbare camping redelijk dicht aan het strand, een goede eindbestemming.
Met betaalbaar bedoel ik, niet het zomervakantie tarief. Op sommige campings betaal je nu het hoogseizoen is tussen de 35 en 65 euro voor een nacht. Ongeacht dat je geen gebruik maakt van het animatieteam en dat je alleen wilt slapen en douchen. Op Camping Talai mendi is het niet mogelijk vooraf reserveren, wat ideaal is voor pelgrims of vakantiegangers die rondtrekken. Hier betaalde ik 14 euro.
Er hong een prettige sfeer en er kwamen nog 2 pelgrims vlakbij staan. Zij liepen beide met een wandelkar en ik was ze eerder die dag al tegengekomen. Zij was vertrokken uit Zwitserland en hij uit Frankrijk.
De rest van de middag? Die bracht ik op het strand door, lekker de zee in en uitrusten. Mijn knieën voelde nog steeds niet helemaal lekker. Die ene rustdag in Irun had wat geholpen maar bleek niet voldoende.
Daarom besloot ik op dag 114 nog een rustdag te nemen. Het zou regenen die dag, het voelde goed op de camping en het idee om gewoon lekker in m'n tentje te chillen klonk erg aantrekkelijk. En dat is wat ik deed, rusten, lezen en schrijven. Mijn enige wandeling die dag was op en neer naar de supermarkt en die avond at ik een heerlijke pompoensoep met rode linzen, brood met hummus en een toetje na. Verwennerij voor m'n tentje op deze rustdag.
Met goede energie en zin ging m'n rugzak weer om en vervolgde ik de Camino del Norte. Deze zin zakte iets weg met de regen die het grootste deel van de ochtend viel. Een soort miezzel regen. De route liep langs de rust, maar meer dan een tal van grijstinten was er niet te zien.
Tegen lunchtijd liep ik langs een parkeerplek met een grasveld waar twee tentjes op stonden. Heej, die herken ik. Het waren de twee die vorige nacht ook op de camping stonden. De man heeft een grote tent met een soort voortentje in waarin ik werd uitgenodigd. Gezellig en droog met ze zitten kletsen, en als ik dan toch zit kan ik net go goed gelijk m'n broodje eten.
De middag was droog en ik koos voor de uitdagende kust route om The Flysch, ook wel Geopark van het Baskenland, te bezichtigen.
De route was wat aan de modderige kant vanwege de regen, maar goed te lopen, zelfs met m'n sandalen aan. De reacties van de mensen als ze zien dat ik op schandalen loop is erg grappig, vooral omdat hun meer onder de modder zitten dan ik.
Het was meer dan de moeite waard. Deze flysch zijn geologische verschijnselen veroorzaakt door de erosie van de zee gedurende miljoenen jaren in de kalksteen en mergelrotsen van de regio. Hierin is geschiedenis van de aarde voor meer dan 60 miljoen jaar te ontdekken. Maar dan moet je wel weten hoe je deze specifieke stenen boeken moet lezen.
Onderweg ontmoeten ik een Nederlands stel en een meid uit Nieuw Zeeland waar ik beide een stukje mee overliep. De middag klaarde op en ik liep een lengte van 28.9km op dag 115 om net na het plaatsje Deba een plekje te vinden voor m'n tent. De Albergue in Deba zat vol, dus ik moest nog even door. Ik vond een stukje grond voor een klein boeren schuurtje, niet het mooiste plekje, maar ik had genoeg van lopen voor vandaag.
De route ging de volgende dag land inwaarts. Een bergrijk gebied met veel naaldbomen en eucalyptusbomen. Soms was het net alsof ik door een sauna liep. Dit gevoel kwam vooral door de geur van de eucalyptus en het warme weer.
Van een Duitse pelgrim die voor me loopt krijg ik af en toe tips door. De tip voor vandaag, dag 116, was dat de Albergue in Markina-Xemein een tuin had voor de tent. Perfect, want na 2 dagen wild kamperen keek ik uit naar een normale douche. In het dorpje zelf deed ik eerst boodschappen en na 25.3km kwam ik aan bij Albergue Casa Rural Intxauspe. Een mooie plek met een prachtige tuin. Ik ontmoette er oude bekende en nieuwe pelgrims. Genoot van een glaasje wijn en als avondmaal had ik weer zo'n soepje gehaald, deze keer courgette en wortel. Zelf voegde ik er wat cashew noten en geroosterde bonen aan toe, lekker hoor.
Vele pelgrims hebben mij gevraagd of ik in spanje m'n tentje naar huis ging sturen omdat het hier zoveel makkelijker zou zijn qua overnachtingen. Tot nu toe ben ik nog steeds heel erg blij dat ik het bij me heb. Veel plekken zijn dagelijks vol, wat betekend dat je het beste vooraf kunt reserveren. De andere optie is de donativo plekken, hier kun je niet reserveren, maar dit betekend ook dat je niet al te laat aan moet komen. Zoals ik zelf in Deba had, en daardoor verder moest lopen dan ik eigenlijk fijn vond. Mensen willen voor deze plekken vroeg aankomen, waardoor je daardoor soms minder van de wandeling kunt genieten, omdat je naar je bestemming haast. Voor mij geeft de tent me hierin veel meer vrijheid waardoor ik voor mijn gevoel meer van de wandeltocht zelf kan genieten en minder extreem hoef te focussen op het aankomen aan het einde van de dag.
In de ochtenddauw bereidde ik in m'n potje thee waar ik havermout en banaan aan toevoegde als ontbijt. De route ging sinds gisteren van de kust af en gaat voor een paar dagen door de bergen. Vandaag liep ik door een mooi eucalyptus bos, en door knusse kleine dorpjes, maar helaas veel over asfalt. Het was een warme dag en rond lunchtijd vond ik een klein riviertje om m'n voeten in af te koelen. Voor deze avond, dag 117 hadden ze onweer voorspelt, dus ik wilde niet al te laat een plekje vinden voor de nacht. Na 20.7km liep ik door een straatje met 3 huizen waarvan er eentje een prachtig grote tuin had, mooi groen gras, fruitbomen en druivenstruiken, en een prachtig uitzicht. Het was nog aan de vroege kant en ik had eigenlijk in gedachten om wat verder te lopen, maar dit zag er te aantrekkelijk uit. De eigenaar van het huis zat buiten en zwaaide vriendelijk, terwijl zijn hond Theo me op straat begroette.
Op mijn uitleggen dat ik een plekje zocht om mijn tent op te zetten, kreeg ik zonder enige aarzeling direct te horen dat ik natuurlijk in zijn tuin mocht slapen. Aan deze kant van de tuin had zijn huis geen ramen, wat een prettig privé gevoel gaf, voor zowel mezelf als de bewoners. Een heerlijke plek voor een uitgebreide yoga sessie, waar mijn lichaam erg behoefte aan had. Theo kwam tussendoor even kijken. Een vroege avondmaaltijd van couscous teruggetrokken in mijn tentje terwijl het wat regende. De storm bleef uit.
Tegen 9uur 's avonds hoorde ik 'hallo hallo', stond de man van het huis aan mijn tentje. Hij kwam me een bordje met brood en kaas brengen en een appel en perzik. Hij had een aantal jaren geleden ook een Camino gelopen en was erg blij om een pelgrim hulp te kunnen bieden. Mijn dank was groot. Camino magic.
Op het moment dat ik de volgende ochtend m'n rugzak om hong om te vertrekken, realiseerde ik me dat ik geen bril op had. Ohhhh shit, deze zit nog in het vakje van mn tent, die ik zojuist strak opgerold had. Snel alles weer af en m'n tent uitpakken. Verwachtende dat m'n bril in kreukels zou liggen, was deze wonderbaarlijk genoeg nog in tact. Valt dat ook onder Camino magic?
Bij mijn vertrek plaatste ik het bord waar ik de kaas op had gekregen bij de voordeur, en plaatste hier de mooie blauwe hortensia bloem op die ik gisteren langs de weg gevonden had.
Dag 118 was één dag voor Bilbao. Ik wist ongeveer waar ik die dag aanwilde komen zodat ik morgen niet zover meer hoefde naar Bilbao. Ik liep in 24km naar het plaatsje Larrabetzu. Het was een hete dag dus ik besloot een lekker lange pauze te houden. Bij een albergue die nog niet open was stond een picknick bankje in de schaduw. Perfect om m'n eigen lunch, baguette met pindakaas, op te peuzelen, wat te lezen en een mini nap te doen. Het was erg stil op de weg in de namiddag. Met momenten dacht ik dat ik de enigste was die nog aan het lopen was, maar plots kwam ik toch nog een tweetal pelgrims tegen. Ze waren uitgeput en hadden last van blaren, maar pushten toch door naar de volgende plaats.
Heet en bezweet kwam ik aan in Larrabetzu, waar ik de albergue binnenliep. Ze hadden een bed voor me, maar ik verkoos mijn tentje. In deze maanden is het toch een soort van thuis voor me geworden, mijn eigen plekje. Heel erg fijn was dat ik voor een kleine donatie gebruik mocht maken van de douche. Vlak voor het dorpje was een vrije camperplaats, hier liep ik terug heen nadat ik m'n watervoorraad had bijgevuld. Op een mooi stukje gras zette ik m'n tent en werdt door de campermensen soms vreemd maar meestal vriendelijk gade geslapen.
De route naar Bilbao was nog maar 16km, die liep ik in de ochtend op dag 119. Op de route kwam ik een pelgrim van lang geleden tegen. Het duurde even voordat ik kon plaatsen waar ik hem voor het laatst gezien had. Dit was een paar dagen voor het plaatsje Vezelay in Frankrijk, begin mei. Omdat ik een detour via de Pyreneeën gemaakt hebt, loopt iedereen die ik daarvoor ontmoet heb ver voor me, behalve deze man. Ongelofelijk bijzonder om nu weer iemand tegen te komen van toen. Een sterk gevoel van verbinding voelde ik en heb deze man spontaan een knuffel gegeven. Hopelijk kom ik hem voor of in Santiago nogmaals tegen.
Ondanks dat mijn voorkeur niet uitgaat naar een grote stad wilde ik hier toch een dagje in Bilbao blijven om rond te kijken. Ik boekte twee nachten in een hostel. 6 bedden en een douche en toilet op de kamer.
Het eerste wat ik deed in Bilbao was een lading fruit eten die ik voor een paar euro gekocht had.
Bilbao is een erg grote en bruisende stad die overliep aan toeristen. Het heeft een mooie oude binnenstad met oa winkeltjes, barretjes, straatartiesten en een grote kathedraal. Op het plein aan de kathedraal genoot ik van een wijntje op het terras. Ondanks de drukte om me heen kon ik me er toch redelijk op m'n gemak voelen. Alsof ik mezelf in een bubbel met rust kon plaatsen en zo de drukte om me heen niet te dichtbij liet komen.
Op mijn rustdag bezocht ik de highlights van Bilbao. Het Guggemheim museum, het gebouw zelf en de omliggende kunst, ik ging niet naar binnen. Plaza Euskadi, Bilbao Fine Arts Museum en de reuzen puppy. Het Casilda Iturrizar park om lekker te chillen op de ligstoelen die ze er verspreid hadden staan. De straten zelf zijn al een plezier om doorheen te lopen om de prachtige architectuur van de gebouwen.
Qua eten was het ook een genot in Bilbao. Een erg leuk en knus koffie zaakje voor een Chai latte en brunch. In de avond bezocht ik leuke vegan restaurantjes. Deze zondagavond sloot ik af aan het kanaal waar dit weekend een open blues festival was.
Na deze rustdag was het tijd om weer verder te lopen. In het hostel bereidde ik m'n ontbijt en lunch. Vers donker brood, vegan kaas van de lidl en een avocado. Verwennerij, die ik thuis als vanzelfsprekend beschouw.
Het eerste stuk van de route op dag 121 was langs het kanaal de stad uit. Na 13.3km moest ik het water oversteken naar Portugalete. Dit ging via de Puente Colgante, een aan een frame hangend platform dat zich van de ene oever naar de andere verplaatst. Een soort zwevend veer. Het is een industrieel-archeologisch monument en werelderfgoed.
Vanuit hier besloot ik er nog een paar uurtjes aan te plakken om na 25.4km aan te komen in Pobeña. Dit plaatsje ligt aan de kust en bij de donativo albergue mocht ik, samen met een 5tal andere pelgrims de tent in de tuin zetten. Voor de avond viel bracht ik nog wat tijd door aan het strand. De topografie hier was bijzonder. Er stroomt een rivier vanuit de bergen de zee in, dit gaf het strand een soort L-vorm. Er was ook een rotswand met steile kliffen aan een kant. Door deze twee invloeden maakte het water een soort draaikolk en gaf het behoorlijk wat stromingen. Plots was er een hoop gedoe en geschreeuw. Het leek niks ernstig, maar mensen liepen op en neer om een foto te maken. Na een tijdje won mijn nieuwsgierigheid het en ging ik toch kijken. Er was een redelijk groot Portugees oorlogsschip, oftewel kwal, aangespoeld.
Vanuit Pobeña liep ik de volgende ochtend verder langs de ruwe kustlijn. Prachtige plekken voor een tent liep ik voorbij. Jammer dat ik dit vooraf niet wist, anders had ik wellicht besloten om die paar km nog te lopen. Voor de avond van dag 122 had ik een locatie doorgestuurd gekregen van een medepelgrim die voor me liep. Om deze plek te bereiken liep ik 27.6km en bracht ik de middag door in Castro-Urdiales. Deze kustplaats had leuke strandjes en een mooie boulevard. Een tentoonstelling in het park over de kleuren van de natuur met National Geographic foto's was bijzonder mooi om te zien.
Bij de lidl deed ik boodschappen waarvan ik een deel op at als lunch aan het strand. Het laatste waterpunt voor mijn overnachtingsplek was in Cerdigo, hier was een stenenwaterkuip en een kraan met verkoelend water. Op de rand van kuip ging ik zitten en spoelde m'n voeten af onder de kraan, zooooo lekker. Na deze opfrissessie ging ik met 3ltr water opzoek naar een plekje voor de nacht. Ik liep een stukje van het El Encinar bos door en kwam uit aan de kust. Er was een open vlakte met een prachtige uitzicht over de zee. Een plek zoals deze hoopte ik te vinden op mijn Camino. Mijn avond ritueel bestond uit tent opzetten, yoga stretchen en meditatie, koken en eten, en onder het genot van een theetje genieten van de ondergaande zon en het uitzicht over zee.
Ondanks de pracht van deze plek had ik wat onrustig geslapen en daardoor door mijn alarm heen geslapen. Ik werd wakker met de opkomst van de zon en bij het open ritsen van mn tent werd ik verrast met het zien van de opkomende zon. Omdat ik de zon onder had zien gaan, had ik niet verwacht hem ook te zien rijzen. Bijzonder dat deze locatie zo'n wijd uitzicht heeft om beide te kunnen zien.
Zonsondergang 👆 Zonsopkomst 👆
Nadat ik de tijd had genomen voor m’n ochtendritueel liet ik dankbaar deze plek achter om op dag 123 mijn weg te vervolgen op de Camino del Norte.
De eerste 5km over de asfalt weg brachten me naar Orinon. Vanuit hier gaat de route het binnenland in om via de bergen de rivier over te steken. Onderweg kwam ik een man tegen, die ook Nederlands bleek te zijn, die vertelde me dat het mogelijk was om de rivier op het strand over te steken omdat het eb was. Dat zou handig zijn. Ik liep het strand op en vroeg mensen waar ik het beste over kon steken. Het eerste stukje was erg ondiep, net over de enkels, maar de zand was erg zacht en ik zakte hier ook tot over m'n enkels erin.
De tweede rivier die ik over moest steken was iets dieper. Een man liet me zien hoe diep het was door zelf het water in te lopen. Navel hoogte, dat betekend dat mijn rugzak nat wordt. Het was warm weer dus over m'n korte broek maakte ik me geen zorgen. Ik hield zelf m'n buideltasje met telefoon hoog genoeg en de man hielp me door m'n rugzak omhoog te tillen terwijl deze aan m'n schouders hong. Samen staken we zo het water over. Een meter of vijf schat ik. Aan de overkant verwelkomde hij me op Orinon beach. Erg leuk momentje en blij met zijn hulp.
Een prachtig strand met een mooie plek om onder de rotsen in de schaduw te zitten, even pauze.
Doordat ik deze afkorting maakte kon ik het pad langs de kust blijven volgen. Dit was niet de Camino en een pittige uitdaging qua klimmen en dalen. Alsof ik weer even terug in de Pyreneeën was. Er was een uitdagend stukje tijdens de afdaling dat ik zelfs m'n rugzak af moest doen om de rots naar beneden te klimmen en daarna m'n rugzak naar beneden moest tillen.
Dit was de Sonabio berg met een prachtig uitzicht over de kust. Na de afdaling kwam ik tegen 3 uur aan in Laredo. Hier was bij de kathedraal een kerkelijk verblijf waar ik in een klein tuintje binnen de hoge muren van de kerk mijn tentje mocht plaatsen, maar allereerst even wat eten want daar had ik tijdens de afdaling geen geschikt plekje voor gevonden.
Nadat ik m'n broodje op had besloot ik toch verder te gaan. Het was nog aan de vroege kant en 5km verderop was er een plek voor me bij een jeugdherberg aan de haven. Deze plek aan het water trok me meer en dit betekende ook dat mijn route voor de volgende dag niet zo lang zou zijn.
Vanuit Laredo was het nog 5km over het strand, met m'n voeten door het water. Aan het einde van dit strand moest ik met een bootje om een kleine 10 minuutjes later in Santoña aan te komen.
Moe maar voldaan bereikte ik na 23.1km de herberg en kreeg een bed in een kamer met alleen vrouwelijke pelgrims....geen gesnurk vannacht hopelijk!
Branka kwam ik hier weer tegen. De dame uit Zwitserland die met een wandelkar liep. Helaas was de kar gesneuveld en liep ze nu met een rugzak. Even bijkletsen en heerlijk geslapen.
Op dag 124 kwam mijn kilometer stand op 2500 te staan!
Dit was op 3 augustus. Wat er op deze dag gebeurde en de daarop volgende dagen werd een hele bijzondere ervaring die totaal anders is dan alles wat ik tot nu toe meegemaakt hebt op deze bijzondere reis. Hierover vertel ik jullie heel graag meer, in mijn volgende blog!
Tot snel, veel liefs en ik kijk weer uit naar jullie reacties ❤