Vamos a la playa

Terug naar de kust. Op de ochtend dat ik Güemes verliet liep ik een vluchtige 5km om weer bij de noordkust van Spanje aan te komen. De officiële Camino route loop via een asfaltweg van de kust af richting Somo. De route die ik nam en ook aangeraden wordt, is 5km langer maar ging langs de kust naar Somo.

Een prachtige dag, zonnig, blauwe lucht, leuke paadjes langs prachtige kliffen en strandjes. Te mooi om zomaar aan voorbij te lopen, dus ik besloot een van de strandjes, Playa de Langre Pequeña, op te gaan voor een lange lunch pauze en om te zwemmen.

De middag liep ik langs Playa de Loredo en Playa de Somo. Hieraan liggen vier verschillende campings waar ik dacht mijn tentje wel kwijt te kunnen voor de nacht. Niet dus, alles vol, zelfs geen plek voor een klein pelgrimstentje. Mega hoogseizoen hier, de campings puilen ook echt uit, de tenten staan letterlijk tegen elkaar aan. Vakantie man, gezellig hé!

Mijn opties waren, verder gaan, met de veerboot van Somo naar Santander. Dit is een grote stad met weinig pelgrimsopties, of mijn tentje ergens in de duinen aan het Somo strand zetten. Het werdt optie twee. Een rustige 13.7km is ook een prima begin na een weekje niet lopen.

Ik kocht wat te eten en te drinken in de supermarkt en vond een plekje op het strand om van de zonsondergang te genieten. Met de komst van de schemering ging ik op zoek naar een beschut plekje tussen de bomen in de duinen. Zo eindigde ik dag 132 na een weekje Landrover weer in m'n tentje. Nu maar hopen dat hier geen zatte apen, uhh vakantiemensen rondlopen in de nacht.

Goed geslapen, niks gehoord en niemand gezien. Nog voor de zon helemaal op was en de vakantiegangers aan de wandel gingen had ik m'n tentje weer netjes opgeborgen en was er van m'n slaapfeestje niks meer te zien. De fijne en korte dag gisteren bezorgde me vandaag een late start. Bleek dat de eerste veerboot op zaterdag pas om 9.30 gaat. Och ja, zwemmen naar Santander is geen optie, dus dan maar de tijd nuttig gebruiken en te schrijven. Met uitzicht over de zee natuurlijk.

Met de veerboot kwam ik op dag 133 aan in de stad Santander. Inmiddels had ik behoorlijk wat batterij voorraad verbruikt. Opzoek naar een Chai latte dan maar. Samen met avocado en toast genoot ik hiervan in een leuk cafeetje terwijl mijn telefoon aan de stroom hong. De medepelgrim waarmee ik op de boot een praatje had gemaakt kwam binnenlopen. Toevallig, van alle cafeetjes in de stad dat ze deze binnen liep. Ze kwam bij me aan tafel zitten en we raakten aan de praat. Het Camino gesprek leidde naar Güemes en ik vroeg of ze de Landrover gezien had. Ja zei ze, en dat hun verteld was dat er een pelgrim geweest was die er een bed in gemaakt had. Whaaaa, that's me!

Ze was helemaal ontroerd en kon niet geloven dat ik Landrover girl was. Of dat ze een foto met me mocht maken want dit ging ze zeker andere pelgrims vertellen. Ik moest er erg mee lachen, maar vond het ook wel erg leuk om te horen dat ik een klein stukje in het Güemes verhaal gekregen heb.

Inmiddels was het gaan regen, maar er moest toch nog wat gewandeld worden vandaag. De regen was licht en met regenjas prima te doen. Voorbij de middag klaarde het weer op. De route liep van de kust af en helaas weer veel over asfalt. Na 24km kwam ik aan in een klein plaatsje Mogro waar een grote kerk stond, met een waterfontein en omgeven door gras. Mooie plek voor een tentje. Het was er heerlijk rustig en lag net buiten het dorpje.

Eerst even pauzeren bij het picknickbankje en dan later m'n tentje opzetten. Ik kookte water voor een theetje en at baguette met banaan, snoepte blauwe bessen en een stukje chocolade bij de thee.

In de tussentijd kwamen er een tiental auto's aanrijden en luidde de kerkklok. Bleek er een zaterdagavond mis te zijn. Twee oudere dames kwamen naar me toe gelopen en vroegen of ik naar Santaigo liep. Eentje kon redelijk engels dus ik vertelde mijn verhaal. Ze vroeg of ik iets nodig had. Eten? Heb je geld nodig?

Ik bedankte haar vriendelijk, maar ik had alles wat ik nodig had. Ze vroeg me een kaarsje voor hun aan te steken bij St.Jacobus.

Dag 134 was een grijze dag. Ik liep van het kerkje in Mogro naar Santillana del Mar in 23.3km. De gehele route vandaag door het binnenland, heuvelachtige weilanden en wederom veel asfalt. De overvloed aan bramen langs de weg zorgde voor een goede dosis vitamientjes en de bij, die letterlijk met z'n kont in de nectar van de bloem gevallen was gaven deze dag toch leuke momentjes.

Santillana del Mar is een klein pittoresk en toeristisch dorpje. Tussen de massa's mensen liep ik erdoorheen om mijn dag te eindigen op de camping net buiten het dorpje. Voor een plek om mijn tent op te zetten vroegen ze 25euro en voor een pelgrimsbed in hun slaapzaal 10euro. Nou ja, dan het bed maar. Het was een kleine ruimte met 7 stapelbedden, waarvan, wonderbaarlijk genoeg, die avond maar 3 bedden bezet waren. Een snurkloze nacht.

Uitchecken was uiterlijk om 11uur, dus ik gebruikte deze ochtend en de stroomvoorziening om mijn vorige verhaal af te schrijven. Met het gevoel een heel stuk lichter te zijn liep ik dag 135 verder. Het werdt een zeer afwisselende dag. De ochtend door het binnenland leidde door diverse kleine dorpjes met ieder een uniek uitziende kerk. Tegen lunchtijd kwam ik dan eindelijk weer uit bij de kust. Het begon wat op te klaren, maar het was geen zwemweer voor mij. Met de voetjes in het water en op het strand m'n lunch eten. Stuk oud brood en een lading vers fruit.

De middag was zonnig en bracht me via een mooi pad redelijk langs de kust naar Comillas. Een Spaanse badplaats met een historisch centrum. Een leuk parkje direct aan het strand nodigde uit tot het lezen van een boek.

Het oude centrum staat bekend om de kunstwerken van beroemde namen zoals bijvoorbeeld Gaudi. De namiddag liep ik hier samen met een hoop vakantiegangers rond. Ik haalde bij de supermarkt eten en vulde mijn waterzak bij de kunstfontein Fuente de los Tres Caños uit 1889.

Ik liep het stadje uit om een plekje voor de nacht te zoeken. Na een paar kilometer langs de kust kwam ik bij Punta Lumbreras uit. Dit was een stukje van de Camino route af en hier liepen geen toeristen meer. Een plekje op een openveld eindigend met een kliff aan de zee. Het leek een zeer geschikt plekje voor de nacht en zette ik hier na een 25km mijn rugzak neer. Ik besloot om eerst te eten en van de zonsondergang te genieten, als ik daarna de plek alsnog geschikt achte, zette ik m'n tent op.

Ik at m'n eerste Salmorejo met een stokbroodje. Dit is een soort gazpacho, koude tomatensoep. Verrassend lekker. In de tussentijd waren er een aantal joggers voorbij gekomen en een man met een grote fotocamera en gaf de zon ons een prachtige ondergang. Het voelde goed. Ik zette m'n tent op en genoot van deze fantastische plek. Zo eentje die ik nooit zou kunnen betalen om te wonen.

De volgende dag begon met een mooie zonsopkomst en helder zicht op de bergen van National Park Picos de Europa.

Mijn dag ritme is langzaam aan het veranderen met het daglicht. De zon gaat nu pas tegen 21.30 onder en komt pas om 7.20 weer op. Meestal staat mijn alarm om 6uur, in mei was het toen al ruim licht, nu is het dan nog pikdonker. Ik heb verschillende pelgrims gesproken die in het donker beginnen en met hoofdlamp oplopen, maar voor mij voelt dit heel erg onnatuurlijk. Ik leef met het ritme van de zon als pelgrim.

Gisteren had ik een potje Alpro yoghurt gekocht, dit met een banaan en perzik, maakte mijn ontbijt vanmorgen. De ochtendroute van dag 136 was strandje-hoppen. Een drietal stranden waar de route naast liep, maar in plaats van er naast te lopen liep ik over het strand. Met blote voeten door de aanspoelende golven. Er waren hier en daar al wat surfers in de weer en wat wandelaars met hond, maar verder waren de stranden nog lekker rustig.

Rond het middaguur liep ik door het oude vissersdorpje San Vicente de la Barquera en picknickte ik m'n lunch in het parkje. Brood met een lading vers fruit lijkt een traditie te worden. De perziken, pruimen en nectarine zijn echt verrukkelijk lekker.

Ik loop al een paar dagen te zoeken naar een nieuw gasflesje, maar heb geen geluk. Vandaag verschillende campings onderweg binnen gelopen, maar die zijn allemaal te groot. Ik werd geadviseerd naar het tankstation te gaan. Hier kwam ik in de namiddag bij uit. Zo'n hele grote met restaurant en al erbij. Helaas geen gasflesje. Ik kon er wel gratis douchen. Eigenlijk 3 euro, maar de heetwater kraan deed het niet. In het restaurant nam ik plaats om mijn telefoon op te laden. Bleek dat ze een aantal vegan gerechten op de kaart hadden. Nou, laten we dat maar doen dan. Douchen en eten op een tankstation hadden we nog niet gehad op deze Camino. Een bed hadden ze niet. Na de vegan kip faijta's met een glaasje wijn en een verfrissende douche liep ik verder.

Het begon inmiddels al avond te worden, maar ik voelde me goed na deze pauze. De route liep langs een grote weg en door aaneengesloten dorpjes, nergens een geschikt plekje voor een tent te vinden helaas.

Ik liep de brug over die me van de provincie Cantabria naar Asturias bracht. Het eerste plaatsje in Asturias was Colombres. Hier kwam ik na een dikke 31.8km aan en vond ik een bed in een grote albergue, El Cantu. Niks bijzonders, niks mooi, maar een fijn bed voor de nacht.

In de ochtend gingen mijn kamergenootjes er al vroeg vandoor en kon ik in alle rust opstaan. Het was een grijze dag met hier en daar miezel en lichte regen. Zodra ik Colombres uit liep was er een splitsing in de route. De officiële route liep langs een grote weg. De alternatieve route was de GR-E9 langs de kust. Makkelijke keuze voor mij. Langs prachtige kliffen en rotsen liep de route. Koeien en geitjes onderweg en een paar grote geisers waar een indrukwekkend geluid uit kwam.

Bij een klein dorpje in de late middag kocht ik wat eten en vulde mijn watervoorraad. Ik had op de kaart twee potentiële slaapopties gezien. De eerste was op een grasveld bij een kerk, prima plek. Maar bij de kust vind ik toch wat leuker. Er was een klein strandje maar 10 minuutjes lopen van de kerk af, mocht het niks zijn kan ik altijd terug lopen dacht ik.

Het eerste stuk liep door een weiland met koeien, die me al vreemd aanstaarden, alsof ze niet vaak mensen zagen. Het tweede stukje werdt het pad steeds smaller en begroeiing eromheen steeds wilder. Van die heftige prikkelplanten. Zal ik terug gaan? Ah nog maar een klein stukje, ik kon het strand zien. Nog dichtere begroeiing, nog meer prikkelplanten. Dit is niet te doen, draai maar om. Maar die weg terug is net zo erg, dus doorzetten. Uiteindelijk kwam ik uit op een klein veldje voor het strand. Vol met krassen en schrammen. Ik had me weer een lekkere route uitgezocht hoor. Maar het eindresultaat was de moeite waard. Een mini strandje met een prachtig veldje om m'n tent voor de nacht te plaatsen. Zo belandde ik op dag 137, na een 23.9km op Playa del Cura. Het was nog redelijk vroeg in de avond maar ik was te moe om te wachten met het opzetten van mn tent. De mensen die in de avond nog het kleine strandje kwamen bezoeken begroette me allemaal vriendelijk.

Na een goede nachtrust vervolgde ik mijn weg op dag 138 langs de noordkust van Asturias. Ik liep door het kust dorpje Llanes en langs prachtige stranden als Playa de Palombina, Playa de Barro, Torimbia. De GR-kustroute is echt een aanrader, fantastisch mooi!

Op een grote parkeervlakte bij het Torimbia strand zat een stelletje voor de achterbak van hun auto te picknicken. Ik vroeg of ze engels spraken, bleken het Nederlanders te zijn. Of ik wat eten wilde. Ze hadden nog voldoende van hun lunch. Kom ga even zitten zeiden ze. Een verrukkelijke rode kool salade met appel, avocado, rucola en een mosterddressing, daar kan ik toch geen nee op zeggen. We hadden een leuk gesprek, ze hadden zelf ook stukjes van de Camino gelopen en vonden het erg leuk om nu iets terug te kunnen geven aan een pelgrim zoals zij zelf als pelgrims ook hadden mogen ontvangen. Ontmoetingen als deze zijn top!

Mijn eindbestemming voor deze dag was Playa de San Antolín, na een 18km. Deze nacht ging ik een nieuwe uitdaging aan. Ik wil heel graag op het strand slapen en over een paar dagen gaat de route alweer het binnenland in, dus het is tijd. Helaas mag dit officieel niet, dus een tentje opzetten is geen optie. Het werd slapen zonder tent. Het was een prachtig lang gestrekt kiezelstrand. Eerst nog even zwemmen en douchen. Een goed plekje uitzoeken, genieten van de zonsondergang en wachten tot het strand leegloopt. Met mijn opblaasmatje lag ik heerlijk op de kiezel. De zacht aanspoelende golven gaven een heerlijk rustgegeven gevoel, nu proberen te slapen.

Ik werd verschillende keren wakker die nacht, niet omdat er iets of iemand was, maar omdat het ongewend was om zo in de buitenlucht te slapen. Een keer werd ik wakker en had ik in mijn slaapzak vochtige armen, alsof er condensatie aan de binnenkant van mn slaapzak zat, zoals dat ook aan de binnenkant van tent komt. Is dat mogelijk?

Ondanks het enigzins gebroken nachtje was het geweldig om wakker te worden op het strand aan de zee met de zonsopkomst. Zeker de moeite waard. Voor herhaling vatbaar.

Zo zorgde ik ervoor dat ik dag 139 eindigde op Playa de Vega, een lange dag van 28.4km. Een lang gestrekt zandstrand bomvol met mensen. Ik zocht een plekje voor m'n spullen en liep het water in. Heerlijk om even te zwemmen na een dag lopen, fijn aan de voeten en de knieën.

Terwijl de zon langzaam zakte at ik mijn avondeten, een zakje quinoa met kikkererwten en wortel en ik voegde er zelf nog tomaat en avocado aan toe. Langzaam liep het strand weer leeg en zocht ik een beschut plekje voor de nacht. Een soort hoekje in de rotsen waar een paar boomstammen in een hoek lagen, perfect om beschut achter te liggen, alsof er al iemand eerder geslapen had. Die nacht legde ik alleen het grondzeil uit, niet de matras, de zand is zacht genoeg om op te liggen. Ik sliep lekker in met het geluid van de zee naast me. Ergens in de nacht werd ik wakker van gedruppel, oh jee, regen. Snel het buitenzeil van de tent gepakt en dit met de wandelstokken over me heen gespannen. Gelukkig bleef het bij een paar druppels.

De ochtend was heerlijk, echt bijzonder fijn om op een leeg strand uitkijkend over de grote Atlantische oceaan wakker te worden.

Dit was ook de laatste mogelijkheid hiertoe dus ik nam m'n tijd deze ochtend. Yoga op t strand, ontbijt en theetje op t strand. En toen begon het te regenen. Ja, heb je jezelf net een warm theetje gekookt. Wat doe je dan? Regenjas aan, grondzeil over je benen en genieten van je thee.

Zodra m'n thee op was en de regen wat minderde pakte ik de rest van m'n rugzak in en liep aan. Vandaag was dag 140. Jeetje wat een tijd al zeg!

Vandaag was de laatste dag langs de kust, daarom besloot ik de afstand kort te houden om nog even goed van de zon, zee en strand te kunnen genieten.

Onderweg kwam ik langs een huis waar een ontelbaar aantal bordjes stonden/hongen van plaatsnamen over de hele wereld. De man bood me aan om mijn stad op het bordje te verven. Erg leuk. VENLO 2700KM

Ik liep uiteindelijk 10.9km, van strandje naar strandje, om vroeg in de middag bij La Isla aan te komen. Hier zwom ik een tijdje in de zee voordat ik opzoek ging naar albergue. Na twee nachten op het strand werdt het weer tijd voor een normale douche.

Ze hadden een tuin waar ik m'n tent mocht plaatsen, fijn om die nacht weer in m'n "huisje" te slapen.

Sinds mijn vertrek vanuit Venlo op 2 April ben ik met iedere stap een stukje dichterbij Santiago. Maar nu komt het wel echt heel erg dichtbij!

Dankjewel allemaal voor jullie steun, lezen en reacties. Nog maar een aantal verhaaltjes en we zijn er, nog even volhouden!

Previous
Previous

Ziek

Next
Next

Güemes