België

Een leuke 2e week met veel belevenissen, dus ga er lekker voor zitten en neem er een kopje thee of glaasje bij 🤓

In Tongeren kwam ik door het oude begijnenhof. Op het hoogtepunt begin 18de eeuw telde het begijnhof ruim 300 begijntjes, dames die noch voor een huwelijk, noch voor een kloosterleven kozen. Dit pittoreske ‘ministadje in de stad’ is terecht Unesco-werelderfgoed.

Hier kwam een vrouw achter me aangelopen en zei "ik zie je schelp, loop je naar Compostela?"

Ze vertelde dat ze rondleidingen in het begijnenhof gaf en daarin altijd vertelde hoe vroeger de pelgrims onderdak kregen in het hof.

Helaas is dat tegenwoordig niet meer zo.

Ik kon voor een overnachting terecht in het regulierenhuisje. Hele lieve mensen, maar het verblijf deed me denken aan het Anne Frank huis. Hele smalle trap naar boven, naar een kamer met wasbak en toilet in een. Gelukkig hoefde ik er maar een nacht te blijven.

Op Paaszondag liep ik Tongeren uit en kreeg ik van de eigenaresse van het regulierenhuisje het verzoek om Jacobus de groeten te doen wanneer ik in Santiago aankom.

Van Tongeren liep ik op dag 8 naar een dorpje genaamd Berloz. In de buurt van Borgworm (Waremme).

Ik kon via de apps geen (pelgrims) overnachtingen vinden in deze buurt. De kerken waren in alle dorpjes dicht, dus ook daar kon ik geen hulp vragen. Gelukkig was het mooi weer, dus besloot ik een plekje te gaan zoeken voor m'n tent. Campings waren er ook geen en de omgeving waar ik doorheen liep waren veelal open akkervelden die ik ook niet echt geschikt achte voor wild kamperen.

Inmiddels was ik er na 29.7 km ook wel klaar mee en vertelde ik een mevrouw die met hond voor haar huis stond dat ik opzoek was naar een plek om mijn tent neer te zetten. Oh ja, zet hem maar hier in de wei dat is geen probleem, zei ze.

Et Voila, en slaapplek.

Op dag 9 liep ik verder naar Merdorp, in 22.8km. Inmiddels was ik na een nacht kamperen wel zo goed als door m'n water heen. Nog geen half uur na m'n vertrek die ochtend wil ik een brugje oversteken en zie ik beneden een man waterflessen vullen bij een kraantje langs de rivier. Dit bleek drinkwater te zijn, precies wat ik nodig had! 'De Camino geeft', zegt men dan.

In de ochtend liep de route langs de Geer rivier. In de middag liep ik veelal tussen de akkervelden over een oude Romeinse weg. Apart om te denken dat men deze weg zo lang geleden ook aflegde met paard en wagen.

Deze nacht sliep ik in m'n tentje, bij iemand in z'n achtertuin. Deze nacht met alle kleren aan die ik heb, want het is toch nog best koud 's nachts.

Inmiddels was ik Limburgs België uitgelopen en werdt ik overal gegroet met een 'Bonjour'. Het Franstalige gedeelte van België, Wallonië, was ik ingelopen.

Dag 10 bracht me met een dikke 32 km naar Namen (Namur), de hoofdstad van Wallonië. Erg veel km's, maar het liep erg lekker die dag, alsof ik al iets in de wandel-flow aan het komen ben. Halverwege de ochtend kwam ik aan het einde van de Via Limburgica, dit is de route die ik vanaf Thorn volgde. In Eghezee stapte ik over op de Via Monastica, die ik volg tot in Rocroi.

Tijdens mijn lunch pauze kwam ik mede pelgrim Anne tegen. Zij was net als ik, op weg naar Namen, dus we liepen de middag samen.

Onderweg kwam er een vrouw op de mountainbike langs die stopte om een praatje te maken. Zij was zelf al eens naar Santiago gefietst. Ze gaf ons haar adres en telefoon nummer, morgenmiddag mochten we op de koffie komen. Ze woonde 8km achter Namen. (Helaas bleek dat we daar in de middag al ruim voorbij waren)

Anne is ook, net als ik, op 2 april vertrokken vanuit thuis, voor haar is dat Nijmegen.

Aangekomen in Namen gingen we eerst opzoek naar een stempel voor in de pelgrimspas en daarna een wel verdiend wijntje op het terras.

In Namen sliep ik op de zolder van een groot huis met prachtig uitzicht over de stad.

Op dag 11 liep ik in de regen langs de Maas richting Dinant. Gelukkig kreeg ik ook nog wat zonneschijn en in de middag en kwam ik na 23.9km aan in het dorpje Anheé waar ik bij particulieren mensen een pelgrims onderdak had.

De vrouw des huizes, madame Christine, had het er maar druk mee. Ze regelde een reservering voor overnachtingsplekken voor de volgende 2 dagen. Er was heel weinig beschikbaar in de omgeving en de locaties op m'n app bestonden niet meer, dus het wat heel prettig dat deze madame zo goed georganiseerd was. Ondanks dat ze weinig Nederlands/Engels sprak, en ik nog minder Frans, konden we elkaar toch enigzins begrijpen.

Dit was mijn eerste overnachting met half pension, lekker avondeten gekregen met gezelschap van Anaïse. Een mede pelgrim uit Luik. Zij loopt in etappes en had deze etappe 4 dagen van Namen naar Couvin, grotendeels dezelfde route als ik.

Dag 12 liepen we samen van Anheé naar Hermeton-sur-Meuse in 19.6km. Een prettige afstand om in Dinant een beetje de toerist uit te hangen. Een pittoreske stad met een citadel erboven. De stad is gekleurd met kunstige saxofoons, omdat de uitvinder van dit instrument uit Dinant komt.

Dit was de eerste etappe door het heuvelachtige landschap van de Ardennen, heerlijk. Met regen, wind, zonneschijn en zelfs hagel.

In Hermeton-Sur-Meuse werden we verwend door madame Marie-France, een bijzonder leuke vrouw. We kregen een verrukkelijk 3-gangen dinner en een heerlijk wijntje erbij. Ieder zijn eigen kamer, een heerlijk douche en een lieve hond om mee te knuffelen.

Dag 13 bracht me van Hermeton-sur-Meuse tot in Mazée in 20.8km.

We hadden met z'n 3en besloten om alleen te lopen en s'avonds weer te treffen. Ik vond het leuk om de afgelopen dagen samen te lopen, maar vandaag besefte ik weer hoe heerlijk ik het vind om alleen te lopen. En hoe leuk het is om dan savonds onze verhalen te kunnen delen.

Vanuit Mazée liepen we op dag 14 naar Oignies-de-Thierache in 23.8km. Fantastisch mooie route deze afgelopen dagen door de Ardennen. Het was heerlijk weer en in de middag genoten we van een gezellig lunch in het bos voordat we afscheid namen van Anaïse.

Ontzettend leuk om verschillende pelgrims onderweg tegen te komen, die allemaal op hun manier een kleine onderdeel van mijn Camino worden.

Ook de mensen onderweg die reageren op de St.Jacobus schelp, is heel erg leuk.

België was bijzonder en mooi om door heen te lopen. Een tal van kleine dorpjes ben ik doorheen gekomen waarvan je eigenlijk verwacht dat er niemand meer woont. Vervallen en slecht onderhouden, maar ook karakteristiek en charmant.

De ardennen zijn fantastisch om doorheen te lopen. Ik heb dan ook bewust de km's wat lager gehouden zodat ik er de tijd voor kan nemen, en me er niet doorheen hoef te haasten.

De heuveltraining is alvast een goeie oefening voor de Pyreneeën.

Qua temperatuur een weer is het nog echt april. Prima wandelweer. De nachten gaan terug tot 3°C, besloten om dus nog even te wachten met kamperen. Al had ik heel graag de ardennen in de tent gedaan.

Lichamelijk gaat het goed. Mijn voet(en) en dan met name de peesplaat waar ik last van had is met 85% over, gelukkig. Iedere avond en ochtend krijgen de voeten en kuiten een liefdevolle behandeling. Schouders dragen de rugzak ook erg goed. Iedere dag loop ik met stokken en dit bevat me super.

Genoten van deze week 😀👣

Op weg naar Rocroi, Frankrijk in!

Het grootste stuk land om door te kruisen.

Daarover de volgende keer 😘🙋‍♀️

Bedankt allemaal voor het lezen en voor de reacties op m'n vorige verhaal, erg leuk om van jullie terug te horen 🙏

Previous
Previous

Rust in Reims

Next
Next

Het begin is gemaakt